ECLI:NL:RBOBR:2022:4402
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring beroep WOZ-waarde na compromis tussen partijen
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, is het beroep van eiseres tegen de hoogte van de WOZ-waarde van haar woning behandeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde vastgesteld op € 491.000 per waardepeildatum 1 januari 2020, voor het kalenderjaar 2021. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze waarde, maar tijdens de zitting op 29 september 2022 kwamen partijen tot een compromis. Dit compromis hield in dat de WOZ-waarde werd verlaagd naar € 430.000, en dit was al uitgevoerd. Hierdoor was er geen geschil meer tussen partijen, en had eiseres geen procesbelang meer bij een rechterlijk oordeel over de bestreden uitspraak.
De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het compromis het rechtsgevolg van de eerdere uitspraak op bezwaar tenietdeed. De heffingsambtenaar werd verplicht om het griffierecht van € 49 aan eiseres te vergoeden, evenals een vergoeding van € 15,12 voor haar reiskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. G. de Jong, in aanwezigheid van griffier mr. A. Bijleveld, en vond plaats op 11 oktober 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.