Uitspraak
verwerende partij in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 maart 2021,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie,
- de conclusie van repliek in conventie, houdende een wijziging van eis in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte uitlaten jurisprudentie van 3 november 2022;
- de antwoordakte van 1 december 2022.
2.De feiten
Op 4 februari 2012 heeft Dexia een bedrag van € 6.189,97 aan [erflater] uitgekeerd.
3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [erflater] en/of toerekenbaar is tekort geschoten, en dat [erflater] als gevolg daarvan schade heeft geleden, en dat Dexia gehouden is die schade aan de erven van [erflater] te vergoeden,
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [erfgenaam] van al datgene dat [erflater] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
3. Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van [erfgenaam] ,
4. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente.
2. (de erven van) [erflater] zal veroordelen in de proceskosten.
4.4. Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [erflater] .
en de onrechtmatige daad van Dexia.
verjaring4.4. Dexia stelt dat een eventuele vordering in verband met een schending van artikel 41 NR 1999 inmiddels verjaard is. Dit verweer kan niet worden gevolgd. In de uitspraken van diverse rechtbanken in het recente verleden zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
Dexia heeft nog aangevoerd dat er geen stuitingsbrieven ontvangen zijn van [erflater] tussen 2005 en 2021. [erfgenaam] betwist dit. Ook dit verweer wordt verworpen. Uit de veelheid van eerdere procedures is het aan de rechtbank en (de gemachtigden van) partijen bekend, dat er door Leaseproces, stuitingsbrieven zijn gezonden aan Dexia in 2009, 2012, 2014, 2015, 2016 en 2017. Bij deze brieven hoorden lijsten met contractnummers en namen van afnemers voor wie Leaseproces als gemachtigde optrad/optreedt, zoals [erflater] . Zonder verdere uitleg kan Dexia er niet in worden gevolgd dat deze stuitingsbrieven juist niet namens [erflater] gezonden zouden zijn. Dexia had het verweer concreter kunnen en moeten onderbouwen.
[erflater] aanwezig geweest. Tijdens de eerste bijeenkomst is de financiële situatie van [erflater] doorgenomen. Daarbij zijn de loonstroken en documenten met betrekking tot de financiële situatie aan de adviseur getoond. [erflater] gaf aan dat hij meer financiële reserve wilde opbouwen. Hij wilde graag sparen voor de toekomst en de studies van zijn kinderen.
- een ongedateerde investerings- en kapitaalprognose Capotal Effect met het logo van NBG Finance, waarop een kapitaalprognose is opgenomen van ƒ 2.597.379,23 na 20 jaar,
- een kopie van de overeenkomst van 19 juli 2000 met contractnummer [nummer 1] , voorzien van het adviseursnummer:
[nummer 2] Finance.
In elk geval staat voldoende vast dat sprake is geweest van een huisbezoek door de tussenpersoon. Zonder aanwijzingen van het tegendeel, die ontbreken, kan er dan vanuit worden gegaan dat de tussenpersoon daarbij (ook) heeft geïnformeerd naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van [erflater] , en aan de hand van een inventarisatie van de persoonlijke situatie en wensen van [erflater] heeft geadviseerd het product aan te schaffen. De tussenpersoon heeft ook een ander financieel product geadviseerd, zoals een hypotheekverhoging. De tussenpersoon heeft zich niet beperkt tot het geven van algemene informatie over de verschillende beleggingen of over effectenleaseproducten.
Ook dient een eventueel eerder betaalde schadevergoeding in aanmerking te worden genomen. De wettelijke rente is verschuldigd over het door Dexia te restitueren bedrag volgens de uitgangspunten als geformuleerd in HR 1 mei 2015 (ECLI:NL: HR:2015:1198) en HR 3 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:164, r.o. 3.6.3). De wettelijke rente wordt, als onvoldoende bestreden, toegewezen over het bedrag aan schadevergoeding voor zover deze nog door Dexia verschuldigd is. In het geval reeds eerder een schadevergoeding door Dexia is betaald, geldt ten aanzien van de verrekening daarvan hetgeen is overwogen in de beslissing van de Rechtbank Amsterdam van 25 november 2021 ECLI:NL:RBAMS: 2021:7910). Een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is niet aan de orde. Niet gebleken is dat er meer of andere werkzaamheden aan de orde zijn geweest dan die, welke genoemd zijn in het arrest van de Hoge Raad van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590.
5.Beslissing
€ 622,50