Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 april 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Samenvatting
Procesverloop
Feiten en omstandigheden
.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck. De eiser had een aanvraag ingediend voor vergoeding van pensioenschade, die hij stelde te hebben geleden als gevolg van onjuiste of onvolledige informatie van zijn ex-werkgever, de gemeente Budel. De rechtbank oordeelde dat de eiser geen recht had op schadevergoeding omdat zijn aanspraak op pensioenschade was verjaard. De schadeveroorzakende handeling vond plaats op zijn laatst op 1 januari 1996, en de eiser had zijn aanvraag om schadevergoeding pas op 5 januari 2024 ingediend, meer dan 20 jaar later. De rechtbank concludeerde dat het beroep van het college op verjaring niet onaanvaardbaar was en dat de eiser geen gelijk kreeg. De rechtbank legde uit dat de bevoegdheid om van de zaak kennis te nemen bij de bestuursrechter lag, omdat de ambtelijke aanstelling van de eiser was beëindigd voordat de ambtenarenwet was gewijzigd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de kosten af.