Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 31 oktober 2025 in de zaken tussen
, [eiser 2], allen uit [vestigingsplaats] , de
[eiser 2], uit [vestigingsplaats] en
[eiser 2], uit [vestigingsplaats] , eisers 2,
het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, het college
[naam] tevens handelend onder de naam [naam]uit [vestigingsplaats] (gemachtigde: mr. M.G. Ramakers) ( [naam] ) en
[naam]uit [vestigingsplaats] (gemachtigde: mr. W.G.B. van de Ven) ( [naam] ).
Samenvatting
- De omgevingsvergunning van 1 april 2022 voor een milieu neutrale wijziging van de mestvergistingsinstallatie op De Spinder (de omgevingsvergunning 2022).
- De omgevingsvergunning van 7 juli 2023 voor het vergroten en verplaatsen van een luchtwasser bij de mestvergister (de omgevingsvergunning 2023).
Procesverloop
Overwegingen
- [naam] exploiteert aan de [adres] te [vestigingsplaats] (op De Spinder) een inrichting (een afvalverwerkingsbedrijf) waartoe een IPPC-installatie behoort genoemd in Bijlage I categorie 5.1, 5.3, 5.4 en 5.5 van de Richtlijn industriële emissies. Bij besluit van 22 december 2009 is een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend aan [naam] voor het opslaan, overslaan en be- en verwerken en storten van diverse afvalstoffen op de locatie [adres] te [vestigingsplaats] . De vergunning maakte onder meer de exploitatie van een vergister voor voedings- en genotmiddelen (VGI-vergister), compostvergister, compostering van GFT, reiniging van grond, opslaan van brandbare afvalstoffen en het storten van afvalstoffen mogelijk.
- Op de gronden was ten tijde van de bestreden besluiten het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Spinder 2017’ (het bestemmingsplan) van toepassing. Het perceel heeft volgens dit bestemmingsplan de bestemming ‘Artikel 4 Bedrijf’.
- Bij besluit van 12 maart 2012 heeft het college aan [naam] een omgevingsvergunning (milieu) verleend voor onder andere een mestvergistingsinstallatie, een Bio Energie Centrale, een biomassaconversion center, vergisters voor reststromen uit voedings- en genotmiddelen-industrie en slachtafval, almede het realiseren van installaties voor de productie, opslag en afvoer van vloeibaar biogas en vloeibaar koolzuurgas. In de omgevingsvergunning van 14 oktober 2014 is de positionering van een aantal installaties veranderd, waarbij het biomassaconversion center en de installaties voor vloeibaar biogas en koolzuurgas zijn vervallen. Deze veranderingsvergunning maakt het oprichten van en in werking hebben van een mestvergistingsinstallatie mogelijk.
- In 2016 heeft het college een natuurvergunning (natuurvergunning 2016) aan [naam] verleend.
- In 2018 heeft het college een omgevingsvergunning voor de activiteiten “milieu” (veranderingsvergunning), “bouwen” en “planologische afwijking van het bestemmingsplan” (omgevingsvergunning 2018) verleend met een aangehaakte natuurtoestemming (artikel 2.1, eerste lid, onder e, a, c en i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze vergunning is onherroepelijk.
- Eiseres 1 heeft op 31 augustus 2021 verzocht om intrekking van de omgevingsvergunning 2018. Eisers 2 hebben op 1 november 2021 verzocht om intrekking van de omgevingsvergunning 2018, de natuurvergunning 2016 en om het treffen van passende maatregelen op grond van artikel 2.4 van de Wet natuurbescherming. Het college heeft deze verzoeken in het bestreden besluit van 8 november 2022 afgewezen. Eiseres 1 en eisers 2 hebben hiertegen beroep ingesteld (de zaken SHE 22/3171 en SHE 22/3200).
- [naam] wil de installatie gaan exploiteren en is begonnen met de bouw van de installatie zoals deze is vergund in de beide omgevingsvergunningen 2022 en 2023. De bouw is nagenoeg afgerond. De installatie is in gebruik genomen waarbij niet de volledige vergunde capaciteit wordt benut.
- [naam] heeft op 2 april 2025 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet ingediend. Er heeft nog geen ontwerpbeschikking ter inzage gelegen.
- Ten noorden en noordoosten van de installatie ligt het Natura 2000-gebied “Loonse- en Drunense Duinen & Leemkuilen”. Ten westen ligt het Natura 2000-gebied “Kampina en Oisterwijkse Vennen”. Het Natura 2000-gebied Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen is deels gelegen op grondgebied van de gemeente Tilburg.
- Direct ten zuiden en zuidwesten van de inrichting liggen op korte afstand diverse woonwijken waaronder de woonwijken [naam] , [naam] en [naam] .
Beroepen tegen het besluit op bezwaar tegen de omgevingsvergunning 2022
Bij een beslissing op de aanvraag voor een Wabo-omgevingsvergunning, of bij de beoordeling in (hoger) beroep van een betoog dat de Wabo-omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit ten onrechte niet is aangehaakt bij de aanvraag voor een Wabo-omgevingsvergunning, wordt beoordeeld of ten tijde van de aanvraag voor de Wabo-omgevingsvergunning (dat is altijd voor 1 januari 2024) op grond van de voor deze uitspraak geldende rechtspraak over intern salderen geen vergunning nodig was voor de activiteit waarop de aanvraag voor de Wabo-omgevingsvergunning ziet. Als de uitkomst van die beoordeling is dat op grond van de voorheen geldende rechtspraak geen natuurvergunning nodig was, dan bestond er ten tijde van de aanvraag voor de Wabo-omgevingsvergunning geen procedurele verplichting om de Wabo-omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit aan te haken bij de aanvraag voor de Wabo-omgevingsvergunning. De Afdeling acht deze beoordelingswijze niet in strijd met artikel 6 van de Hrl, omdat die bepaling niet verplicht tot de gelijktijdige aanvraag van verschillende vergunningen voor dezelfde activiteit.”
- Omdat het geurrapport van 2017 onderdeel uitmaakt van de vergunning neemt de StAB aan dat de verwijzing naar een oude tabel met onjuiste gegevens in de vergunning van 2018 onjuist was en gaat de StAB uit van een vergunningseis van 32.111 ouE/s.
- De StAB volgt de herberekeningen van het college van de prognose van geuremissie op basis van de in 2017 gebruikte kengetallen van Ecoson en van twee andere bedrijven. StAB komt tot een totale verwachte ongereinigde geurvracht van de installatie van 108,2 MouE/ton, dat is 1,82 keer hoger dan waarvan in de aanvraag 2018 is uitgegaan (59,6 MouE/ton). Als het Ecoson kengetal worstcase met twee zou moeten worden vermenigvuldigd, bedraagt de totale verwachte ongereinigde geurvracht 130,3 MouE/ton. Dat is 2,19 keer hoger dan waarvan in de aanvraag 2018 is uitgegaan.
- Bij een worst-case benadering zou de ongereinigde geurvracht moeten worden behandeld in een geurverwijderingsinstallatie met een reinigingsrendement van 91% (1% hoger dan waar het college van uitgaat) om te voldoen aan de vergunningseis van 32.111 ouE/s.
Anders dan het college en [appellante sub 2] veronderstellen, is daarvoor niet alleen het geluid van de gevraagde wijziging bepalend. (…) Weliswaar zijn die omgevingsvergunningen onherroepelijk, maar dit geldt niet voor de geluidrapporten die daaraan ten grondslag liggen en als uitgangspunt zijn gehanteerd bij het geluidrapport van 2018. In paragraaf 4.1 van het deskundigenbericht heeft de STAB geconstateerd dat het geluidrapport van 2018 onjuistheden en omissies bevat. De STAB heeft in paragraaf 4.2 geconcludeerd dat een correctie van het geluidrekenmodel op verschillende vergunningpunten leidt tot een overschrijding van de geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de nachtperiode en een overschrijding van de geluidgrenswaarden voor het maximale geluidniveau in de avond- en nachtperiode. Hiermee staat vast dat de inrichting zoals die na de gevraagde wijziging in werking zal zijn, niet kan voldoen aan de geldende geluidgrenswaarden. Hoewel niet in geschil is dat de gevraagde wijziging op zichzelf tot een vermindering van geluid leidt, betekent het vorenstaande dat geen sprake is van een milieu neutrale wijziging in de zin van artikel 3.10, derde lid, van de Wabo.”
Beroepsgronden tegen de omgevingsvergunning 2023
- Verticale opstelling wastrappen
- Vergroten bebouwde oppervlakte
- Twee parallelle verwerkingslijnen
- Vergroten van de oppervlakte van de waspakketten in de wastrappen en
- Verhoging van de circulatiestroom van de wasvloeistoffen en de chemicaliëndosering van de wastrappen