[eiser] vordert – samengevat –
primair
I. het onder UWV ten laste van [eiser] gelegde executoriaal beslag op te heffen en [Gedaagden 1 en 2] te veroordelen binnen drie dagen na heden de opheffing van het beslag schriftelijk mee te delen aan UWV en aan [eiser] te doen blijken;
II. [Gedaagden 1 en 2] te verbieden wederom een executoriaal beslag ten laste van [eiser] te (doen) leggen onder het UWV ter executie van het vonnis van de kantonrechter van 31 januari 2012, tenzij aantoonbaar sprake is van inkomensverbetering aan de zijde van [eiser] ;
III. [Gedaagden 1 en 2] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen al hetgeen sedert
7 maart 2017 is geïncasseerd, vermeerderd met de wettelijke rente, binnen één week na vonnis te doen betalen op de rekening van de advocaat van [eiser] , des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd;
subsidiair
IV. de toepasselijke beslagvrije voet te bepalen op € 1.753,98 per maand met ingang van 7 maart 2017, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
V. [Gedaagden 1 en 2] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen al hetgeen in strijd met die vast te stellen beslagvrije voet is geïncasseerd, vermeerderd met de wettelijke rente, binnen één week na vonnis te doen betalen op de rekening van de advocaat van [eiser] , des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd;
primair en subsidiair
VI. [Gedaagden 1 en 2] en [gedaagde 4] ieder te veroordelen om, bij gebreke van tijdige voldoening aan de ad I en/of ad II en/of ad III, althans ad V uit te spreken veroordeling, bij wijze van dwangsom aan [eiser] te betalen een eenmalig bedrag van € 1.000,00 c.q., een in goede justitie te bepalen bedrag, alsmede een bedrag van € 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt;
V. [Gedaagden 1 en 2] en [gedaagde 4] hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] binnen twee weken na vonnis te betalen (een voorschot op) de feitelijke kosten van juridische bijstand ad € 3.000,00, althans de proceskosten overeenkomstig het liquidatietarief, alsmede in de nakosten, e.e.a. te vermeerdere met de wettelijke rente, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd;
VI. het vonnis uitvoerbaar bij vooraarde te verklaren.