Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het vonnis in de hoofdzaak en het incident van 14 december 2016 van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, met verwijzing van de zaak naar de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
“omtrent het Frisfarm merk, d.w.z. nieuwe ontwikkelingen in receptuur en/of aanpassing design en/of aanpassing merk en/of beeldmerk, etc”per onmiddellijke ingang zullen worden gestaakt “
gezien de juridische en financiële risico’s”. Tevens voegt [A] daaraan toe:
‘hoe wij verder kunnen met Lypack en wat jullie eventueel van ons verwachten’.
“geen verdere of vervangende overeenkomst met u aan te gaan, nog verdere activiteiten te ontplooien.”
3.Het geschil
- IGP de overeenkomst bij brief van 12 oktober 2015 rechtsgeldig heeft ontbonden;
4.De beoordeling
“the products in respect of which such damages are claimed”). Het derde lid bevat een termijn waarbinnen IGP haar claim met betrekking tot de producten van Lypack kenbaar moet maken (
“all claims in respect of such products”). IGP mocht dan ook redelijkerwijs verwachten, hetgeen zij blijkens voornoemde correspondentie ook deed, dat deze uitsluiting van aansprakelijkheid betrekking zou hebben op de producten van Lypack en niet op een schadevergoeding wegens ontbinding van de overeenkomst door IGP omdat Lypack tekortschiet in de nakoming ervan.
handelsrente) en de buitengerechtelijke kosten.
- de kosten van de Nederlandse laboratoria van ongeveer € 5.000,00 per productiebatch per product per zending;
- de kosten van invoer, zoals de fee voor de douaneagent;
- overliggeld voor de rederij;
- de kosten van de Chinese laboratoria;
- importheffingen en btw;
- overige kosten (pand, auto’s, gas, water, elektra, belastingen, pensioenen, verzekeringen, etc);
- de prijsverhoging van de inkoopprijs van € 5,70 per blik tot € 5,95 per 1 juli 2014;
- de transportkosten naar en binnen China;
- betalingen aan winkels om in het schap te mogen liggen.
5.De beslissing
22 november 2017voor het nemen van een akte door IGP over hetgeen is vermeld onder 4.25 en 4.26, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,