Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- [verdachte] en zijn partner [naam 1] lopen in de nacht van 1 januari 2018 rond 04:00 uur op de Dr. Ariënsstraat te Oldenzaal;
- [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] lopen eveneens op de Dr. Ariënsstraat en zijn luidruchtig;
- ter hoogte van de woning aan de Dr. Ariënsstraat [nummer 1] te Oldenzaal, de woning van getuige [getuige] komen zij elkaar tegen;
- [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] slaan of trappen tegen een elektriciteitskastje. [verdachte] heeft iets naar hen geroepen (uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat er door [verdachte] “kankerturken” is geroepen);
- [verdachte] en [naam 1] lopen enkele seconden later achterwaarts van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] weg en worden belaagd. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] vallen [verdachte] aan en blijven hem aanvallen;
- [naam 1] wordt door [slachtoffer 2] of [slachtoffer 1] geduwd en komt ten val;
- [verdachte] wordt door [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] geslagen en geschopt;
- [verdachte] verdedigt zich door zijn armen en handen voor zijn gezicht te houden en slaat af en toe terug;
- [verdachte] vlucht meerdere keren achterwaarts, gevolgd door [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , die vaak en hard richting [verdachte] blijven schreeuwen;
- [naam 1] wordt door [slachtoffer 2] in haar gezicht geslagen;
- [verdachte] wordt door [slachtoffer 1] geslagen;
- [naam 1] belt de politie en zij roept dit ook;
- [slachtoffer 2] loopt daarop schreeuwend op [naam 1] af;
- [medeverdachte] komt ter plaatse en werkt [slachtoffer 2] met een vliegende trap naar de grond. [slachtoffer 2] wordt door [medeverdachte] op zijn bovenarm geraakt;
- [slachtoffer 1] komt [slachtoffer 2] helpen;
- [slachtoffer 1] en [medeverdachte] vechten met elkaar;
- [slachtoffer 2] is in gevecht met [verdachte] ;
- [slachtoffer 2] wordt vervolgens door [medeverdachte] naar de grond gewerkt;
- [medeverdachte] schopt [slachtoffer 2] hard terwijl hij op de grond ligt;
- [verdachte] slaat [slachtoffer 2] diverse keren terwijl hij op de grond ligt;
- [medeverdachte] trekt [verdachte] van [slachtoffer 2] weg;
- [verdachte] schopt bij het weglopen [slachtoffer 2] hard tegen het hoofd terwijl [slachtoffer 2] op de grond zit.