Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[partij B 1],
2.
[partij B 2],
1.Samenvatting
2.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 25 januari 2023,
- de brief van 26 januari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de curator van [bedrijf] B.V. vorderingen heeft ingesteld tegen de voormalige bestuurders, [partij B 1] en [partij B 2]. De curator vorderde hoofdelijke veroordeling van de voormalige bestuurders tot betaling van een bedrag van € 68.890,29, bestaande uit een rekening-courant vordering en een vordering uit hoofde van kasgeld. De rechtbank oordeelde dat de curator grotendeels in het gelijk werd gesteld en wees de vorderingen in reconventie van [partij B] af. De rechtbank concludeerde dat [partij B 1] en [partij B 2] onvoldoende onderbouwd hadden betwist dat zij hoofdelijk aansprakelijk waren voor de vorderingen van de curator. De rechtbank oordeelde dat de curator voldoende bewijs had geleverd voor de vordering uit rekening-courant en dat de onttrekking van kasgelden door de voormalige bestuurders onrechtmatig was. De rechtbank heeft de vorderingen van de curator toegewezen en de voormalige bestuurders veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en beslagkosten. De vorderingen van [partij B] in reconventie werden afgewezen, omdat zij onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van de curator toegewezen en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.