ECLI:NL:RBOVE:2024:1527
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep van werkgever tegen uitkomst van WIA-beoordeling wegens gebrek aan inzicht in CBBS
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Stichting Buurtzorg Nederland tegen de toekenning van een WIA-uitkering aan een ex-werkneemster door het UWV. De ex-werkneemster, die vanaf 1 juni 2019 als verpleegkundige werkte, meldde zich op 13 januari 2020 ziek en vroeg op 14 oktober 2021 een WIA-uitkering aan. Het UWV kende haar op 16 december 2021 een loongerelateerde WIA-uitkering toe, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 46,74%. Stichting Buurtzorg Nederland, als werkgever, maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het UWV handhaafde zijn besluit op 22 augustus 2023.
De rechtbank behandelde de zaak op 27 februari 2024, waarbij de gemachtigde van eiseres en het UWV aanwezig waren via een beeldverbinding. Eiseres betwistte de arbeidskundige beoordeling van het UWV en stelde dat het CBBS-systeem, dat gebruikt werd voor de beoordeling, onvoldoende transparant was. Eiseres vond dat het UWV niet voldoende inzicht had gegeven in de gegevens die ten grondslag lagen aan de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage.
De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was. Zij stelde vast dat het UWV op goede gronden de WIA-uitkering had toegekend en dat de werkwijze van het UWV met het CBBS-systeem rechtens aanvaardbaar was. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de gegevens in het CBBS en dat de besluitvorming van het UWV voldoende zorgvuldig en inzichtelijk was. Eiseres kreeg geen gelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.