In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel het beroep van een voormalige politieagent beoordeeld, die PTSS heeft opgelopen door zijn werkzaamheden. De korpschef van politie had eerder de aansprakelijkheid voor de restschade afgewezen, met de argumentatie dat de incidenten die de agent had meegemaakt niet in causaal verband stonden met zijn ziekte of verjaard waren. De rechtbank oordeelt echter dat deze afwijzing onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank stelt vast dat de korpschef niet alle relevante incidenten in de afweging heeft meegenomen en dat er onvoldoende zorg is geboden na de vuurwerkramp in Enschede. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waardoor de korpschef opnieuw op het bezwaar moet beslissen. Tevens wordt de korpschef veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die in totaal € 1.845,86 bedragen.