ECLI:NL:RBOVE:2025:4996
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Jeugdwet na afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Almelo
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een persoonsgebonden budget (pgb) door het college van burgemeester en wethouders van Almelo, die is gebaseerd op de eigen kracht van het gezin. De eiser had een aanvraag ingediend voor een pgb voor zijn ouders, maar het college heeft deze aanvraag afgewezen met een besluit van 8 augustus 2024, waarbij alleen een pgb voor logeeropvang werd toegekend. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en heeft het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar. Na het indienen van beroep bij de rechtbank, heeft het college alsnog op het bezwaar beslist met een bestreden besluit van 24 april 2025, maar eiser was het niet eens met deze beslissing.
De rechtbank heeft het beroep op 21 juli 2025 behandeld en heeft vastgesteld dat het college in strijd heeft gehandeld met de overgangsbepalingen van de nieuwe Verordening jeugdhulp gemeente Almelo 2025. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college niet op de juiste wijze had beslist op het bezwaar van eiser en dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke juridische grondslag berustte. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en zelf voorzien in de zaak door eiser een pgb toe te kennen voor begeleiding en persoonlijke verzorging door zijn vader, met ingang van 19 februari 2024 tot 21 juli 2026. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 4.015,-.
De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter W.M.B. Elferink, in aanwezigheid van griffier F. Ernens. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.