4.1.[eiser] woont op een afstand van circa 280 meter van de locatie.
Relatie tussen de vier beroepszaken
5. Ter zitting zijn de vier beroepszaken tegelijk behandeld vanwege de volgende overlap en samenhang.
- De beroepsprocedure met zaaknummer ZWO 22/1076 betreft het beroep van [eiser] , gericht tegen de weigering van het college om handhavend op te treden tegen de bedrijfsactiviteiten op de locatie vanwege strijd met het bestemmingsplan.
- De beroepsprocedure met zaaknummer ZWO 23/1197 betreft het beroep van [eiser] , gericht tegen de weigering van het college om milieuvergunningen in te trekken, voor zover deze zandwinning op de locatie mogelijk maken.
- De beroepsprocedure met zaaknummer ZWO 23/1406 betreft het beroep van [eiser] , gericht tegen de weigering van het college om handhavend op te treden tegen de bedrijfsactiviteiten op de locatie vanwege het niet beschikken over een vergunning voor de milieuactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo. Dit beroep ligt voor in deze uitspraak.
- De beroepsprocedure met zaaknummer ZWO 24/3402 betreft het beroep van [eiser] en SLB, gericht tegen de aan [bedrijf 1] verleende omgevingsvergunning waarmee de bedrijfsactiviteiten op de locatie ruimtelijk mogelijk worden gemaakt.
Afbakening van beroepszaken ZWO 23/1406 en ZWO 23/1197
6. Het verzoek van [eiser] van 23 september 2021, gericht aan GS, bevat twee afzonderlijke verzoeken. Na doorzending van het verzoek aan het college, heeft het college beide verzoeken afzonderlijk afgehandeld. De besluitvorming met betrekking tot het niet beschikken over een toereikende omgevingsvergunning voor de milieuactiviteit, een handhavingsverzoek, komt aan de orde in de in deze uitspraak voorliggende beroepszaak ZWO 23/1406. De besluitvorming met betrekking tot het verzoek om intrekking van (slapende) milieuvergunningen, komt aan de orde in beroepszaak ZWO 23/1197.
Voorliggende besluitvorming
7. In het handhavingsverzoek van 23 september 2021 heeft [eiser] aangegeven dat de activiteiten van [bedrijf 1] op de locatie worden uitgevoerd zonder benodigde milieuvergunning en dat, voor zover GS meent dat [bedrijf 1] wel beschikt over een milieuvergunning, [bedrijf 1] in strijd met deze vergunning handelt. Volgens [eiser] sluiten de activiteiten niet aan bij de in 2002 verleende veranderingsvergunning. Hierbij is aangegeven dat het wassen van zand (en grind) op basis van laatstgenoemde vergunning niet is toegestaan. Verder voldoet [bedrijf 1] niet aan de in die vergunning opgenomen verplichting om de hoeveelheden, herkomst en kwaliteit van het zand te registreren / bij te houden. Ook zijn op de locatie meerdere installaties geplaatst zonder vergunning.
Verder heeft [eiser] opgemerkt dat [bedrijf 1] niet beschikt over een benodigde vergunning en/of ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en dat tot op heden geen enkel onderzoek is verricht naar de gevolgen die het wassen van zand en grind heeft voor de kwaliteit van het water en naar de flora en fauna, die van het water afhankelijk zijn.