4.2Weerribbenis bij aanwijzingsbesluit van 25 november 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege in bijlage I van de Hrl opgenomen natuurlijke habitattypen en in bijlage II van de Hrl opgenomen soorten. In artikel 23 van het wijzigingsbesluit is:
- de instandhoudingsdoelstelling van het habitattype H6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones (verkorte naam: ruigten en zomen) gewijzigd, in die zin, dat subtype B van dit habitattype (harig wilgenroosje (H6430B)) daaraan is toegevoegd.
De Wiedenis bij aanwijzingsbesluit van 25 november 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege in bijlage I van de Hrl opgenomen natuurlijke habitattypen en in bijlage II van de Hrl opgenomen soorten. In artikel 24 van het wijzigingsbesluit is:
- de instandhoudingsdoelstelling van het habitattype H6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones (verkorte naam: ruigten en zomen) gewijzigd, in die zin, dat subtype B van dit habitattype (harig wilgenroosje (H6430B)) daaraan is toegevoegd.
Uiterwaarden Zwarte Water en Vechtis bij aanwijzingsbesluit van 4 juli 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege in bijlage I van de Hrl opgenomen natuurlijke habitattypen en in bijlage II van de Hrl opgenomen soorten. In artikel 25 van het wijzigingsbesluit is aan dit gebied het volgende habitattype toegevoegd:
- H91E0: Bossen op alluviale grond met
Alnus glutinosaen
Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicon Albae)(verkorte naam: vochtige alluviale bossen).
Dit betreft alle drie de subtypen: zachthoutooibossen (H91E0A), essen-iepenbossen (H91E0B) en beekbegeleidende bossen (H91E0C).
Daarnaast zijn aan het gebied de volgende soorten toegevoegd:
- H1145: Grote modderkruiper (
- H1163: Rivierdonderpad (
Verder is de instandhoudingsdoelstelling van het habitattype H6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones (verkorte naam: ruigten en Zomen) gewijzigd, in die zin, dat subtype B van dit habitattype (harig wilgenroosje (H6430B)) daaraan is toegevoegd.
Olde Maten & Veerslootslandenis bij aanwijzingsbesluit van 4 juli 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege in bijlage I van de Hrl opgenomen natuurlijke habitattypen en in bijlage II van de Hrl opgenomen soorten. In artikel 26 van het wijzigingsbesluit zijn aan dit gebied de volgende habitattypen toegevoegd:
- H6230: Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa) (verkorte naam: heischrale graslanden)
- H6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones (verkorte naam: ruigten en zomen); dit betreft het subtype A (moerasspirea (H6430A)).
Verder is het volgende habitattype uit het aanwijzingsbesluit van dit gebied verwijderd:
- H3150: Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type
Magnopotamionof
Hydrocharition(verkorte naam: meren met krabbenscheer en fonteinkruiden).
Rijntakkenis bij aanwijzingsbesluit van 23 april 2014 aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege in bijlage I van de Hrl opgenomen natuurlijke habitattypen en in bijlage II van de Hrl opgenomen soorten. In artikel 27 van het wijzigingsbesluit is aan dit gebied het volgende habitattype toegevoegd:
- H9120: Atlantische zuurminnende beukenbossen met
Ilexen soms ook
Taxusin de ondergroei
(Quercion robori-petraeaeof
Ilici-Fagenion)(verkorte naam: beuken-eikenbossen met hulst).
Daarnaast is in dit artikel de instandhoudingsdoelstelling van de volgende habitattypen gewijzigd:
- H6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones (verkorte naam: ruigten en zomen), in die zin dat daaraan het subtype B van dit habitattype (harig wilgenroosje (H6430B)) is toegevoegd;
- H91E0: Bossen op alluviale grond met
Veluweis bij aanwijzingsbesluit van 11 juni 2014 aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege in bijlage I van de Hrl opgenomen natuurlijke habitattypen en in bijlage II van de Hrl opgenomen soorten. In artikel 39 van het wijzigingsbesluit is aan dit gebied het volgende habitattype toegevoegd:
- H91D0: Veenbossen (verkorte naam: hoogveenbossen).
De beroepsgronden van eiseres
5. Eiseres heeft in het pro forma-beroepschrift van 7 januari 2023 allereerst aangevoerd dat de gevoerde procedure bij de totstandkoming van het wijzigingsbesluit onrechtmatig is geweest, omdat pas een zienswijze kon worden ingediend nadat de toe te voegen habitattypen en soorten al waren geregistreerd in een databank van de Europese Commissie. Ook berust het wijzigingsbesluit volgens eiseres op een onjuiste interpretatie, omdat met dat besluit de oorspronkelijke aanwijzing wordt gecorrigeerd en met terugwerkende kracht natuur wordt toegevoegd aan de Natura 2000-gebieden. Dat is een onjuiste interpretatie van het actualiseren van de aanwezige waarden in Natura 2000-gebieden, aldus eiseres. Verder maakt zij zich zorgen over de gevolgen die het wijzigingsbesluit heeft voor de sociale en economische cultuur rondom de Natura 2000-gebieden. Er is een grote kans dat zij negatieve economische gevolgen gaat ondervinden van het wijzigingsbesluit en dat dat grote gevolgen gaat hebben voor haar bedrijfsvoering. Daarbij stelt zij dat het voor haar onmogelijk is om de exacte gevolgen van het wijzigingsbesluit op bedrijfsniveau door te rekenen, omdat verweerder geen kaarten beschikbaar heeft gesteld waarop de toegevoegde habitattypen en leefgebieden van de soorten precies staan ingetekend. Hierover heeft eiseres in het aanvullend beroepschrift van 16 februari 2023 nader aangevoerd dat bij het ontwerpbesluit niet alle stukken ter inzage zijn gelegd die redelijkerwijs nodig zijn ter beoordeling van dat ontwerpbesluit. De enkele verwijzing in het ontwerpbesluit naar de opgestelde habitattypenkaarten en het vervaardigde documentatiemateriaal is volgens eiseres onvoldoende en in strijd met artikel 3:11 van de Awb. Ook is niet duidelijk welke stukken in dit verband concreet werden bedoeld. Als de omvang van die stukken en/of eventuele andere praktische overwegingen de reden waren voor het volstaan met een verwijzing, is dat volgens eiseres geen juridisch steekhoudend excuus. Bovendien heeft verweerder er zelf voor gekozen om alle wijzigingen in één besluit op te nemen. Naast de strijdigheid met artikel 3:11 van de Awb, acht eiseres de handelswijze van verweerder ook niet in overeenstemming met de in het Verdrag van Aarhus neergelegde waarborgen voor doeltreffende inspraak. Eiseres is van mening dat, omdat verweerder onvoldoende inzicht heeft gegeven in de concrete stukken waarop de wijzigingen van de aanwijzingsbesluiten van de Natura 2000-gebieden zijn gebaseerd, zij zich ook geen mening kan (laten) vormen over de vraag of de ecologische onderbouwing daarvan juist en toereikend is. Eiseres acht het onbegrijpelijk dat verweerder er kennelijk van heeft afgezien om nauwkeurige kaarten over te leggen waarop de aangebrachte wijzigingen inzichtelijk zijn gemaakt. Volgens eiseres had verweerder dat wel moeten doen.
Niet beschikbaar stellen kaarten
6. Eiseres heeft aangevoerd dat verweerder geen kaarten beschikbaar heeft gesteld waarop de toegevoegde habitattypen precies staan ingetekend. De rechtbank stelt vast dat verweerder in ieder geval in beroep de habitattypenkaarten beschikbaar heeft gesteld waarop onder meer is aangegeven waar in de Natura 2000-gebieden de desbetreffende habitattypen voorkomen. Ten aanzien van de beroepsgrond dat deze habitattypenkaarten niet bij het ontwerp van het wijzigingsbesluit ter inzage zijn gelegd, stelt de rechtbank vast dat eiseres geen zienswijze tegen dat ontwerpbesluit heeft ingediend. In de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit staat dat de toevoeging van de habitattypen aan de Natura 2000-gebieden is gebaseerd op de habitattypenkaarten. Verder heeft verweerder in het verweerschrift van 30 mei 2023 verklaard dat ervoor is gekozen om bij de bekendmaking (in advertenties in alle regionale bladen) te wijzen op de mogelijkheid tot het opvragen van (achtergrond)documenten bij het klantcontactcentrum van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De rechtbank stelt vast dat dit in ieder geval is vermeld in de publicatie van het ontwerpbesluit van 5 maart 2018,
Stcrt 2018, nr. 12368. Niet aannemelijk is dat eiseres heeft afgezien van het naar voren brengen van een zienswijze, omdat de habitattypenkaarten niet bij het ontwerpbesluit ter inzage hebben gelegen. Aangenomen mag worden dat eiseres dan een zienswijze naar voren zou hebben gebracht waarin zou zijn gewezen op het niet ter inzage liggen van de kaarten. Eiseres is dan ook niet in haar belang geschaad doordat (of voor zover kan worden gezegd dat) de habitattypenkaarten niet bij het ontwerp van het wijzigingsbesluit ter inzage hebben gelegen. De rechtbank ziet daarom in de stelling dat verweerder geen kaarten beschikbaar heeft gesteld waarop de toegevoegde habitattypen staan ingetekend en de stelling dat die kaarten ten onrechte niet bij het ontwerpbesluit ter inzage hebben gelegen geen reden om het beroep gegrond te verklaren. Eiseres heeft de mogelijkheid gehad om mondeling of schriftelijk een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbesluit. Van strijd met artikel 3:11 van de Awb of het Verdrag van Aarhus is de rechtbank niet gebleken.
Inhoudelijke beoordeling van het beroep