ECLI:NL:RBOVE:2025:6710

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 november 2025
Publicatiedatum
19 november 2025
Zaaknummer
ak_24_1956
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de status van migrerend werknemer en studiefinanciering voor EU-student na werkloosheid

In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiseres tegen de besluitvorming van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) beoordeeld. Eiseres, een EU-student geboren in Hongarije, had een aanvraag voor studiefinanciering ingediend, die door DUO was afgewezen op basis van het niet voldoen aan de nationaliteitseis en het aantal gewerkte uren. Eiseres had een WW-uitkering aangevraagd na verlies van arbeidsuren en stelde dat zij haar status als migrerend werknemer had behouden. De rechtbank behandelt de vraag of eiseres nog procesbelang heeft, gezien het feit dat DUO inmiddels studiefinanciering heeft toegekend voor een bepaalde periode. De rechtbank concludeert dat eiseres procesbelang heeft, omdat zij schade heeft geleden door het mislopen van reisrechten. De rechtbank oordeelt dat DUO ten onrechte heeft beslist dat eiseres geen migrerend werknemer meer was en vernietigt het bestreden besluit. Eiseres krijgt recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Almelo
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/1956

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres,

gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
en
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO),
gemachtigde: mr. H. Bouhuys.

Inleiding

1.1
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de besluitvorming van DUO ten aanzien van haar aanspraken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000).
1.2.
DUO heeft de aanvraag van eiseres om toekenning van studiefinanciering met het besluit van 8 november 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 9 januari 2024 op het bezwaar van eiseres is DUO bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3
DUO heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Namens eiseres is op 28 juni 2024 op het verweerschrift gereageerd, waarop DUO bij brief van 13 augustus 2024 weer heeft gereageerd.
1.4
De rechtbank heeft het beroep op 14 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van DUO. Beiden waren aanwezig via beeldbelverbinding. Vanwege technische problemen kon de zitting niet goed worden voortgezet. De zitting is in overleg met en met instemming van partijen geschorst. Afgesproken is dat beide partijen nog schriftelijk zullen reageren en dat zij akkoord zijn met een schriftelijke uitspraak zonder nadere zitting conform artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De gemachtigde van eiseres heeft haar standpunt bij schrijven van 17 maart 2025 aangevuld. Verweerder heeft hierop gereageerd bij brief van 14 april 2025.
1.5
Hierop is het onderzoek ter zitting gesloten.
Tot stand komen van het besluit
2.1
Eiseres is geboren op [geboortedatum] 2001 in Hongarije en dus burger van de Europese Unie. Zij is op enig moment begonnen met een studie psychologie aan de Universiteit Twente. Met ingang van 1 oktober 2022 werkte zij op basis van een nul-urencontract bij U Parkhotel te Enschede. Wegens verlies van arbeidsuren heeft zij bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) aangevraagd, die haar bij het besluit van het UWV van 5 januari 2024 is toegekend voor de periode van 1 november 2023 tot en met 31 januari 2024.
2.23
DUO heeft bij besluit van 13 juni 2023 aan eiseres voor de periode juni 2023 tot en met september 2023 een aanvullende beurs en een reisvoorziening toegekend en de aanvraag voor deze voorzieningen voor de periode oktober tot en met december 2023 afgewezen.
2.3
Eiseres heeft op 8 september 2023 bij DUO een aanvraag om studiefinanciering met ingang van 1 oktober 2023 ingediend. DUO heeft de aanvraag afgewezen bij besluit van 8 november 2023. Zij hebben hierbij gesteld dat eiseres niet aan de nationaliteitseis voldoet en niet voldoende uren heeft gewerkt. In het primaire besluit zijn de volgende componenten niet toegekend:
  • basisbeurs over de periode van oktober 2023 tot en met december 2023;
  • aanvullende beurs over de periode van oktober 2023 tot en met december 2024;
  • reisvoorziening over de periode van oktober 2023 tot en met december 2024.
2.4
DUO heeft het door eiseres ingediende bezwaar met het bestreden besluit van
9 januari 2024 ongegrond verklaard. Daaraan is ten grondslag gelegd dat eiseres in oktober 2023 en november 2023 respectievelijk 12 en 7 uren heeft gewerkt en dat de gewerkte uren te gering zijn om te kunnen spreken van reële en daadwerkelijke arbeid. Voor december 2023 en verder zijn geen gegevens bekend. Eiseres kan daarom niet als migrerend werknemer worden aangemerkt. Volgens DUO is de besluitvorming op basis van de toen beschikbare stukken zorgvuldig geweest en is een eventueel motiveringsgebrek met het bestreden besluit hersteld.
Beroepsgronden
3. Eiseres erkent dat zij niet heeft voldaan aan de urennorm, zodat de status van migrerend werknemer niet zonder meer aan haar kan worden toegekend. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft echter geoordeeld dat DUO dan alsnog gehouden is om een op de persoon toegesneden beoordeling te maken, waarbij alle objectieve omstandigheden in aanmerking worden genomen. [1] Eiseres wijst er op dat haar dienstbetrekking bestendig is, een CAO op dit dienstverband van toepassing is verklaard, er een pensioen wordt opgebouwd, werknemersrechten (waaronder WW) worden opgebouwd, eiseres aanspraak maakt op vakantiedagen en vakantiegeld en werknemersbescherming geniet naar Nederlands arbeidsrecht. DUO heeft geen van deze omstandigheden meegewogen in de besluitvorming. DUO heeft een te beperkte uitleg gegeven aan het werknemersbegrip door alleen te kijken naar het aantal gewerkte uren, en dan nog specifiek ten aanzien van slechts één of twee maanden.
Voor de uren vanaf oktober 2023 dat eiseres minder uren is opgeroepen heeft zij een WW-uitkering aangevraagd en gekregen. Eiseres stelt dat zij de status van migrerend werknemer heeft behouden voor onbepaalde tijd. [2]
In reactie op het verweerschrift stelt eiseres dat zij nog wel procesbelang heeft. Onderdeel van de toekenning is het reisrecht. Eiseres kan dit reisrecht niet met terugwerkende kracht benutten, in ieder geval niet over de maanden oktober 2023 tot en met medio april 2024. Zij is daarom aangewezen op een verzoek om schadevergoeding bij DUO. Voor een geslaagd verzoek zal moeten worden beoordeeld of de besluitvorming al dan niet rechtmatig is geweest.
Verweer
4. DUO heeft in het verweerschrift bericht dat aan eiseres alsnog studiefinanciering wordt toegekend over de periode van oktober 2023 tot en met augustus 2024. Eiseres heeft vanaf september 2024 vooralsnog geen recht op studiefinanciering, omdat vanaf 1 september 2024 geen inschrijving bij een onderwijsinstelling bij DUO bekend is.
De studiefinanciering is toegekend op basis van de op dat moment voorhanden zijnde gegevens. Op een later moment kan worden gecontroleerd of eiseres in de periode voor oktober 2023 en de maanden daarna daadwerkelijk kan worden aangemerkt als migrerend werknemer. DUO stelt dat eiseres geen procesbelang meer heeft omdat materieel aan het beroep tegemoet is gekomen,
DUO heeft zich in het verweerschrift verder op het standpunt gesteld dat voor een kostenvergoeding in bezwaar en proceskostenvergoeding in beroep geen aanleiding is, omdat het besluit van 8 november 2023 destijds op goede gronden is genomen.

Beoordeling door de rechtbank

5.1
De rechtbank moet eerst de vraag beantwoorden of eiseres nog procesbelang heeft bij een oordeel van de rechtbank. Niet in geschil is immers dat eiseres alsnog voor studiefinanciering in aanmerking is gebracht voor studiefinanciering over de periode oktober 2023 tot en met augustus 2024.
5.2
Volgens vaste rechtspraak kan een procesbelang aanwezig zijn in verband met de beoordeling van een verzoek om schadevergoeding, tenzij op voorhand onaannemelijk is dat schade is geleden. [3] Eiseres heeft in haar reactie op het verweerschrift van 28 juni 2024 gesteld dat zij schade heeft geleden door het mislopen van een reisrecht, omdat zij dit niet met terugwerkende kracht kan benutten. Verweerder heeft deze stelling niet bestreden.
De rechtbank acht het niet op voorhand onaannemelijk dat eiseres schade heeft geleden en is daarom van oordeel dat eiseres procesbelang heeft bij de beoordeling van het bestreden besluit.
5.3
DUO heeft bij het bestreden besluit het standpunt ingenomen dat eiseres haar status van migrerend werknemer niet heeft behouden en heeft daarom haar aanvraag voor een aanvullende beurs per 1 november 2023 geweigerd. Nadat informatie was verkregen over haar recht op WW-uitkering per 1 november 2023 heeft DUO alsnog besloten dat zij haar status van migrerend werknemer heeft behouden en is alsnog de studiefinanciering toegekend vanaf 1 november 2024.
5.4
In haar schriftelijke reactie van 14 april 2025 heeft verweerder gesteld dat het gegeven dat eiseres in aanmerking was gebracht voor een WW-uitkering strikt genomen geen nieuwe informatie was. Deze omstandigheid was echter wel bepalend voor het alsnog toekennen van studiefinanciering. De verwijzing van DUO naar de uitspraak van de CRvB uitspraak van 9 februari 2024 [4] kan niet slagen. Zoals uit voornoemde uitspraak blijkt is bij de beoordeling van de vraag of sprake is van (doorlopend) werknemerschap een veelheid van factoren van belang, die in onderlinge samenhang moeten worden afgewogen.
5.5
Reeds nu de nieuwe na het bestreden besluit ontvangen informatie niet bepalend was voor de conclusie dat eiseres nog steeds kon worden beschouwd als migrerend werknemer, is de rechtbank van oordeel dat DUO bij het bestreden besluit ten onrechte heeft beslist dat eiseres geen migrerend werknemer meer was en daarom geen aanspraak had op studiefinanciering. Verweerder had bovendien alle voor het besluit al aanwezige factoren anders kunnen en moeten wegen, en concluderen dat eiseres wel migrerend werknemer was.

Conclusie

6. Het beroep van eiseres is daarom gegrond en het bestreden besluit van 9 januari 2024 zal worden vernietigd. Nu DUO inmiddels een nieuw toekennend besluit heeft genomen, zal de rechtbank volstaan met deze vernietiging.
Omdat het beroep gegrond is moet DUO het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres ook een vergoeding van haar proceskosten.
Deze vergoeding bedraagt € 1.814,- omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 9 januari 2024;
- bepaalt dat DUO het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt DUO tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, in aanwezigheid van
mr. E.G.M. ten Kate, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
Rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de CRvB van 14 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:700
2.Zie de uitspraak van 29 februari 2024,ECLI:NL:CRVB:2024:423
3.zie bijvoorbeeld de uitspraak van 2 april 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:636