Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 april 2014 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser,
de staatssecretaris van Financiën, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Bij besluit van 4 juli 2011 heeft verweerder eiser een disciplinaire straf opgelegd in de vorm van een schriftelijk berisping in combinatie met een vermindering van het recht op jaarlijkse vakantie vanwege zijn tijdens werktijd in een radio-uitzending gedane uitlatingen over de Douane [locatie]. Eiser is er hierbij op gewezen dat bij een eerstvolgende gedraging of handeling die niet toelaatbaar is, verweerder kan overgaan tot het treffen van zwaardere maatregelen.
Na een meting van de bezetting op 23 oktober 2012 is een aantal onregelmatigheden geconstateerd, waarmee eiser op 3 november 2012 in een gesprek met zijn leidinggevende [a] is geconfronteerd. Op 4 november 2012 heeft tussen eiser en [a] telefonisch een gesprek plaatsgevonden. Op 12 november 2012 heeft tussen eiser en [a] wederom een gesprek plaatsgevonden, in het bijzijn van een juridisch beleidsmedewerker. Bij besluit van 13 november 2012 heeft verweerder eiser de ordemaatregel van ontzegging van de toegang tot de dienstgebouwen en het werk alsmede schorsing in zijn ambt opgelegd.
- op 1 oktober 2012 heeft eiser zijn urenregistratie op onjuiste wijze uitgevoerd door voor 23 september 2012, een dag waarop hij niet heeft gewerkt, 8 gewerkte uren te boeken in SAP;
- op 17 oktober 2012 heeft eiser zijn urenregistratie voor 7 oktober 2012, een dag waarvoor hem verlof was verleend en waarop hij niet heeft gewerkt, op onjuiste wijze uitgevoerd door voor die dag 8 gewerkte uren te boeken in SAP;
- tijdens de confrontatie van eiser hiermee heeft hij zich ernstig misdragen door zich boos en onzeglijk op te stellen.
Beslissing
mr. A.G. van Malenstein, leden, in aanwezigheid van mr. B.M. van der Kuil, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 april 2014.