ECLI:NL:RBROT:2015:9022
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd aan PostNL door ACM inzake transparantieverplichting Postwet 2009
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 december 2015 uitspraak gedaan over de voorlopige voorzieningen die zijn verzocht door Koninklijke PostNL B.V. (PostNL) tegen besluiten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM had PostNL een last onder dwangsom opgelegd omdat zij niet voldeed aan de transparantieverplichtingen zoals vastgelegd in artikel 9 van de Postwet 2009. Dit artikel vereist dat postvervoerbedrijven, zoals PostNL, speciale tarieven en voorwaarden op non-discriminatoire wijze transparant en kenbaar maken aan andere postvervoerbedrijven. PostNL had bezwaar gemaakt tegen deze last, stellende dat zij niet in overtreding was en dat de last onterecht was opgelegd.
De voorzieningenrechter oordeelde dat PostNL inderdaad de transparantieverplichting niet was nagekomen. De rechter stelde vast dat PostNL een landelijk dekkend netwerk heeft en dat de eisen van artikel 9 van de Postwet 2009 ook van toepassing zijn op niet-tijdkritisch postvervoer. De voorzieningenrechter wees erop dat de last niet te onbepaald was en dat PostNL duidelijk moest maken welke tarieven en voorwaarden zij hanteert. De rechter concludeerde dat de last rechtmatig was en dat de belangenafweging in het nadeel van PostNL uitviel, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.
Daarnaast werd ook het verzoek van PostNL om schorsing van het besluit tot openbaarmaking van de last afgewezen, met uitzondering van een specifiek randnummer dat onleesbaar moest worden gemaakt voor publicatie. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie in de postsector en de rol van de ACM in het handhaven van deze verplichtingen.