ECLI:NL:RBROT:2016:3647
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.G.J. van den Berg
- C.A. Schreuder
- I.S. Vreken-Westra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor reiskosten op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor reiskosten door eiser, die ernstige meervoudige beperkingen heeft. Eiser, geboren op 30 juni 1992, heeft diabetes, slechtziendheid, autisme en ernstige ontwikkelingsproblematiek. De aanvraag betreft reiskosten van en naar de Koninklijke Visio in Breda, die niet gedekt worden door de vervoerscomponent in het zorgzwaartepakket (ZZP) dat aan eiser is toegekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat er sprake is van een voorliggende voorziening. De regelgeving in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet werk en bijstand (Wwb) bepaalt dat er geen recht op bijstand bestaat als er een voorliggende voorziening is die als toereikend wordt beschouwd. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat hij recht had op bijstand vanwege zijn situatie, niet gevolgd. De rechtbank concludeert dat de indicatie van eiser voor zorg en vervoer voldoende is en dat er geen acute noodsituatie is die bijstand rechtvaardigt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.