Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van 4 mei 2018 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte van [verzoeker] van 23 mei 2018.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft verzoeker, wonende te Rotterdam, een verzoek ingediend tegen de besloten vennootschap Actie Radius speciaal transport & koeriers B.V. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 4 mei 2018, waarin verzoeker de gelegenheid kreeg om bewijs te leveren dat hij alle spullen bij Actie Radius heeft ingeleverd. Tijdens de zitting heeft verzoeker echter aangegeven geen bewijs te kunnen leveren, wat betekent dat hij niet aan zijn bewijsopdracht heeft voldaan. Hierdoor wordt aangenomen dat verzoeker nog in het bezit is van de spullen die hij had moeten inleveren.
De kantonrechter heeft vervolgens het tegenverzoek van Actie Radius toegewezen, waarbij verzoeker wordt veroordeeld om binnen een week de gevraagde spullen in te leveren, met een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke dag dat hij hieraan niet voldoet, tot een maximum van € 2.500,00. Daarnaast heeft de kantonrechter overwogen dat verzoeker recht heeft op een aanzegvergoeding van € 2.059,14 bruto, ongeacht de uitkomst van de bewijsopdracht. De door verzoeker gevorderde specificatie van de aanzegvergoeding is eveneens toegewezen, maar de gevorderde dwangsom is afgewezen, omdat Actie Radius heeft erkend dat zij de aanzegvergoeding verschuldigd is.
Verzoeker is als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die voor Actie Radius op nihil zijn vastgesteld, aangezien zij de procesvoering in eigen hand heeft gehouden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. M. Verkerk en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 juni 2018.