ECLI:NL:RBROT:2020:10439
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing loonvordering in kort geding met afwijzing wettelijke verhoging wegens betalingsonmacht
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 14 oktober 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en een gedaagde, waarbij de eiser een loonvordering heeft ingediend. De eiser, die werkzaam was bij een eenmanszaak, vorderde betaling van zijn loon over de maanden juli en augustus 2020, omdat hij door omstandigheden die in redelijkheid voor rekening van de werkgever kwamen, niet had kunnen werken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd en dat de gedaagde, eigenaar van het restaurant waar de eiser werkte, verplicht was het loon door te betalen. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van het loon toegewezen, maar de wettelijke verhoging afgewezen, omdat er sprake was van betalingsonmacht aan de zijde van de gedaagde. De gedaagde had erkend dat hij het salaris niet kon betalen, maar voerde aan dat dit het gevolg was van bedrijfseconomische omstandigheden. De kantonrechter heeft ook de vordering tot verstrekking van een bruto/netto specificatie toegewezen, met een dwangsom voor het geval de gedaagde hier niet aan voldeed. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan de eiser.