Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 maart 2021 in de zaak tussen
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
tot en met 31 december 2019 opgelegd van € 86,40 (de aanslag). Als vervaldatum staat
8 mei 2019 vermeld.
€ 42,- bedragen.
Overwegingen
17 december 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:4206, geoordeeld dat verweerder met zijn verzendregistratie-systeem de verzending aannemelijk maakt, nu een document een documentnummer krijgt, de in Socrates aangemaakte documenten van die dag in een zogenoemd zipbestand (batch) worden samengevoegd, uit een andere printscreen blijkt dat deze batch, met specifiek genoemd aantal, ook het document met het betreffende documentnummer bevat en PostNL per e-mail aan verweerder heeft bevestigd dat de batch is ontvangen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- vernietigt de invorderingskosten van € 49,-;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 47,- vergoedt.
mr. A.P. Hameete, leden, in aanwezigheid van mr. J.J. van Giezen-Groenewoud, griffier.
De uitspraak is in het openbaar gedaan op 25 maart 2021.