Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 december 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
de burgemeester van de gemeente Gorinchem, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
- (in rechtsoverweging 5.2 van de tussenuitspraak) dat verweerder zich op het standpunt mocht stellen dat redelijkerwijs aangenomen kan worden dat de in en rondom de woning aangetroffen goederen geschikt en bedoeld zijn voor de grootschalige hennepteelt en dat de toenmalige eigenaar wist of ernstige redenen had te vermoeden dat de goederen daarvoor bestemd waren en gebruikt werden;
- (in rechtsoverweging 6.1 van de tussenuitspraak) dat de vorige eigenaar van de woning als overtreder moet worden aangemerkt;
- (in rechtsoverweging 7.3 van de tussenuitspraak) dat sprake is van een overtreding van artikel 11a van de Opiumwet; en
- (in rechtsoverweging 7.4 van de tussenuitspraak) dat verweerder heeft kunnen oordelen dat de woning werd gebruikt om strafbare voorbereidingshandelingen te treffen en dat de woning een schakel vormt in de productie of distributie van drugs.
Eiser voert daarbij onder meer aan dat hem recent is gebleken dat de toenmalige eigenaar van de woning op 22 februari 2022 door het Gerechtshof Den Haag met betrekking tot de op 9 oktober 2020 aangetroffen goederen is vrijgesproken van artikel 11a van de Opiumwet (ECLI:NL:GHDHA:2022:265).
Beslissing
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen bestreden besluit 2 gegrond;