ECLI:NL:RBROT:2022:11450

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 9945254 VZ VERZ 22-8450

Uitspraak: 23 augustus 2022

Beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van:

Zero&Sano B.V.,

gevestigd te Krimpen aan den IJssel,

verzoekster,

gemachtigde: mr. T.P.M.D. Jansen, advocaat te ’s-Hertogenbosch,

tegen

[verweerder01] ,

wonende te [woonplaats01] ,

verweerder,

gemachtigde: mr. M.H. de Lange, advocaat te Vlaardingen.

Partijen zullen hierna ‘Zero&Sano’ en ‘ [verweerder01] ’ worden genoemd.

1..Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

de (tussen)beschikking van 26 juli 2022 met de daarin genoemde processtukken;
de akte overleggen bewijs van [verweerder01] , met producties;
de akte indienen nadere stukken van Zero&Sano;
de antwoordakte uitlaten, tevens overleggen bewijs van [verweerder01] .

De uitspraak van de beschikking is door de kantonrechter bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

2.1.

Verwezen wordt naar hetgeen in de beschikking van 26 juli 2022 is overwogen en beslist. De inhoud van die beschikking wordt als hier overgenomen beschouwd.

2.2.

Bij die beschikking heeft de kantonrechter te kennen gegeven voornemens te zijn de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 1 oktober 2022, onder toekenning aan [verweerder01] ten laste van Zero&Sano van de transitievergoeding van
€ 9.468,09 bruto en een billijke vergoeding van € 30.000,- bruto. In die beschikking is aan Zer&Sano op de voet van het bepaalde in artikel 7:686a lid 6 BW de gelegenheid geboden om tot en met 3 augustus 2022 te 12.00 uur het ontbindingsverzoek in te trekken. Van die gelegenheid heeft Zero&Sano geen gebruik gemaakt, zodat thans geconcludeerd moet worden dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2022 een feit is en dat Zero&Sano gehouden is tot betaling van de hiervoor bedoelde bedragen aan transitievergoeding en billijke vergoeding.

2.3.

Voor het geval Zero&Sano niet tot intrekking van het ontbindingsverzoek overgaat, is [verweerder01] in de beschikking van 26 juli 202 toegelaten tot het leveren van schriftelijk bewijs van het behalen van de in de studieovereenkomst genoemde opleiding Management in de Zorg aan de Hogeschool Rotterdam.

2.4.

Bij akte van 3 augustus 2022 heeft [verweerder01] een aantal producties in het geding gebracht, waaronder een e-mail van 14 juli 2022 van de Rotterdam Academy, een uitdraai uit het Osiris-systeem en een studievoortgangsoverzicht.

2.5.

De kantonrechter is van oordeel dat [verweerder01] met die stukken voldoende heeft aangetoond dat hij de opleiding Management in de Zorg succesvol heeft afgerond. Uit de door [verweerder01] in het geding gebrachte stukken blijkt dat [verweerder01] al zijn vakken heeft gehaald en aan alle voorwaarden heeft voldaan om zijn diploma in ontvangst te mogen nemen. Het judicium volgens het Osiris-systeem luidt dan ook ‘geslaagd’. Het verweer van Zero&Sano dat [verweerder01] zijn studie nog niet heeft afgerond en is geslaagd, omdat hij zijn diploma nog niet heeft ontvangen en omdat partijen zijn overeengekomen dat [verweerder01] een studie zou volgen vanaf september 2020 tot en met september 2022 volgt de kantonrechter niet. Het is een feit van algemene bekendheid dat het diploma pas aan het einde van het collegejaar (vaak in september) wordt uitgereikt. Dat [verweerder01] zijn diploma nog niet heeft en hij pas bij ontvangst van het diploma formeel wordt uitgeschreven, zoals Zero&Sano heeft gesteld, betekent naar het oordeel van de kantonrechter niet dat hij zijn opleiding nog niet heeft afgerond. Immers heeft hij alle vakken met succes behaald en dus naar het oordeel van de kantonrechter ook afgerond.

2.6.

Er bestaat voor de kantonrechter des te minder aanleiding om mee te gaan met het betoog van Zero&Sano, nu [verweerder01] bij zijn akte van 16 augustus 2022 alsnog een uittreksel van zijn diploma heeft overgelegd. Aangezien de arbeidsovereenkomst pas met ingang van
1 oktober 2022 ontbonden wordt, staat daarmee vast dat [verweerder01] tijdens het dienstverband de opleiding met goed gevolg heeft afgerond en nu de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt op verzoek van Zero&Sano moet worden geconcludeerd dat geen sprake is van een situatie als genoemd in de studieovereenkomst op grond waarvan [verweerder01] gehouden is de studiekosten aan Zero&Sano te terugbetalen, zodat het daartoe strekkende verzoek van Zero&Sano afgewezen dient te worden.

2.7.

Gelet op de aard van het geschil worden geen termen aanwezig geacht om de ene partij de proceskosten van de andere partij te laten vergoeden. De kantonrechter zal de kosten van het geding dan ook compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3..De beslissing

De kantonrechter:

wijst het verzoek van Zero&Sano met betrekking tot de studiekosten af;

compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels, kantonrechter, en heden in het openbaar uitgesproken.

37555