ECLI:NL:RBROT:2022:4612
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing loonvordering in kort geding tegen werkgever die niet is verschenen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres, een verkoopmedewerkster, en haar werkgever, Botlek Stores B.V., die niet is verschenen. Eiseres vorderde betaling van achterstallig loon en andere vergoedingen, omdat haar werkgever sinds oktober 2020 het loon niet of niet tijdig had uitbetaald. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 april 2022, waarbij eiseres in persoon en met haar gemachtigde aanwezig was, terwijl Botlek Stores niet op de zitting verscheen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed en heeft verstek verleend tegen Botlek Stores.
De kantonrechter oordeelde dat eiseres een spoedeisend belang had bij haar vordering, gezien de aard van de zaak, namelijk de betaling van loon. De rechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, omdat de stellingen van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond werden geacht. De kantonrechter heeft Botlek Stores veroordeeld tot betaling van het verschuldigde loon over februari 2022, het onvolledig betaalde loon over januari 2022, en tot (tijdige) loonbetaling tot het moment dat de dienstbetrekking rechtsgeldig eindigt. Daarnaast is Botlek Stores veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten van eiseres.
De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort. Dit vonnis benadrukt het belang van tijdige loonbetaling en de rechten van werknemers in geval van betalingsachterstanden door hun werkgever.