Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juni 2022 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [woonplaats eiser], eiser
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
- eiser niet binnen de initiële termijn is ingeburgerd;
- hij pas (veel) later dan zes maanden na overschrijding van zijn inburgeringstermijn alsnog aan de inburgeringsplicht heeft voldaan;
- er geen bijzondere omstandigheden bekend zijn op basis waarvan van de grens van zes maanden kan worden afgeweken.
- de termijnoverschrijding niet gering is, waardoor geen gebruik van de mogelijkheid kan worden gemaakt om de hoogte van de te vorderen lening op die grond te matigen;
- niet van medische gronden is gebleken op basis waarvan ontheffing van de inburgeringsplicht kan worden verleend en dat de ontheffing die uiteindelijk is verleend, op voldoende inspanning is gebaseerd;
- de wet- en regelgeving omtrent inburgering tot doel heeft dat de betrokkene voldoende middelen heeft om tijdens de inburgeringstermijn van drie jaar in te burgeren, dat voor de bekostiging hiervan een sociale lening kan worden verstrekt en dat deze lening, als er een terugbetalingsverplichting bestaat, naar draagkracht binnen een aflosfase van tien jaar kan worden terugbetaald waarna een eventuele restschuld wordt kwijtgescholden;
- eiser pas na afloop van de oorspronkelijke inburgeringstermijn inburgeringsactiviteiten heeft ontplooid waarbij hij zich voor examens heeft aangemeld en binnen een relatief korte tijd een groot deel van die examens met een cijfer 1, dus zonder succes, heeft afgerond;
- gelet op de frequentie waarmee examens zijn afgelegd en de beoordeling van die examens bezwaarlijk is te verdedigen dat eiser geen enkel verwijt kan worden gemaakt.
Beslissing
mr.P.F.H.M. Terstegge, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
27 juni 2022.