In deze zaak, die op 15 juli 2022 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Vleesch du Bois, een kort geding aangespannen tegen Schoonmaakbedrijf 'Van Adrichem' B.V., vertegenwoordigd door mr. I.C.M. van de Kerkhof. Eiseres vorderde onder andere betaling van loon en een voorschot op immateriële schade, alsook het verbod op het gebruik van beelden die door een bedrijfsrecherchebureau zijn gemaakt. De zaak is ontstaan na een ongeval op 3 februari 2020, waarbij eiseres letsel opliep en later arbeidsongeschikt raakte. Eiseres stelde dat Van Adrichem haar loon stopzette zonder deugdelijke grond en dat het inschakelen van het recherchebureau inbreuk maakte op haar privacy.
De kantonrechter oordeelde dat het inschakelen van het recherchebureau gerechtvaardigd was, gezien de vermoedens van Van Adrichem over de arbeidsongeschiktheid van eiseres. De rechter concludeerde dat de beelden in deze procedure gebruikt mochten worden en dat de vordering tot betaling van een voorschot op immateriële schade werd afgewezen, omdat eiseres haar schade onvoldoende had onderbouwd. Ook de vordering om de beelden te verwijderen werd afgewezen, omdat Van Adrichem belang had bij het behoud van de beelden voor mogelijke toekomstige geschillen.
Wat betreft de loonvordering oordeelde de kantonrechter dat eiseres onvoldoende had aangetoond dat zij in financiële problemen zou komen door het missen van salarisbetalingen, vooral gezien haar spaargeld. De rechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was en dat de loonvordering in een bodemprocedure niet met zekerheid toegewezen zou worden. Eiseres werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten betalen, die door de kantonrechter op € 747,- werden vastgesteld.