Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..ZUIDPOORT VASTGOED B.V.,
FLINK B.V.,
1..De procedure
- de dagvaarding van 31 januari 2022, met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 3;
- de aanvullende producties 11 tot en met 14 van [naam eiseres];
- drie aanvullende producties van Zuidpoort en Flink;
- het e-mailbericht van de rechtbank van 22 augustus 2022, waarbij partijen zijn geïnformeerd over een wijziging van de behandelend rechter;
- de spreekaantekeningen van beide partijen voor de mondelinge behandeling op 25 augustus 2022, waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt.
2..De feiten
Artikel 8.
G.Gebruik, beheer en onderhoud van de privé gedeelten
De bestemming van de privé gedeelten van de appartementsrechten met de indices 1 tot en met 4 is die van winkelruimte; de bestemming van de privé gedeelten van de appartementsrechten met de indices 5 tot en met 24 is die van woning.
Een gebruik dat afwijkt van de in de vorige zin gegeven bestemming is slechts geoorloofd met toestemming van de vergadering.
Het is niet toegestaan in de privé-gedeelten beroepen of bedrijfsmatige activiteiten op het gebied van de horeca uit te oefenen, noch daarin gelegenheid te geven tot het (doen) uitoefenen van gokspelen.
Voorts is het niet toegestaan de privégedeelten te exploiteren als pension- of kamerverhuurbedrijf of air bnb.
winkelruimte t.b.v. van het houden/leveren van dagelijkse levensbehoeften producten en bijbehorende artikelen conform de formule “Flink”.”
§ 6 Contactloze levering, Click&Collect
3..Het geschil
4..De beoordeling
Ontvankelijkheid
gebouw waar goederen aan consumenten verkocht worden”. Zuidpoort en Flink betwisten niet dat dit woordenboek ten behoeve van het dagelijkse spraak- en taalgebruik een gezaghebbende bron is, maar menen dat de door Van Dale gegeven definitie niet bepalend is en dat de rechter de betekenis van het begrip winkelruimte zelfstandig moet vaststellen.
een voor het publiek toegankelijke plek (…) waar de consument een zaak (of meer zaken) koopt” (onder meer rechtbank Noord-Holland 18 november 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:11979). Gelet hierop en te meer omdat in het splitsingsreglement aan het begrip winkel nog het element ruimte is toegevoegd, moet het begrip winkelruimte in de splitsingsakte worden uitgelegd als een fysieke plaats waar consumenten goederen kunnen kopen. In deze uitleg van het begrip winkelruimte ligt besloten dat de zaken in die ruimte gekocht kunnen worden (en dat dus ter plekke koopovereenkomsten worden gesloten).