Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 17 maart 2022 met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
- de brieven van 16 januari 2023 van de griffier aan beide partijen over de mondelinge behandeling van de zaak.
2..De zaak in het kort
- € 1.249,20 op de jaarafrekening over de periode 25 mei 2020 tot en met 3 juni 2021 (factuur van 5 juli 2021);
- € 204,00 aan voorschot in juli 2021 (factuur van 13 juli 2021);
- € 204,00 aan voorschot in augustus 2021 (factuur van 13 augustus 2021);
- € 204,00 aan voorschot in september 2021 (factuur van 13 september 2021).
3..De beoordeling
in rekening gebrachtevoorschotbedragen. Daarbij is niet gekeken of alle in rekening gebrachte voorschotbedragen ook echt zijn betaald, maar daar wordt wel van uitgegaan. Als sommige voorschotbedragen of andere rekeningen van vóór de eindafrekening toch nog niet zijn betaald, moeten die natuurlijk wel alsnog worden betaald. Het klopt dus dat [gedaagde01] een bedrag terugkrijgt volgens de eindafrekening, maar dat er nog wel een aantal openstaande rekeningen van de periode daarvoor zijn.
- € 711,89 aan hoofdsom;
- € 106,78 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de wettelijke rente zoals vermeld onder de beslissing.