In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Quion Groep B.V. en [verweerder01]. Quion verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder01], die sinds 1 december 2015 als Medewerker Mid Office werkzaam was, op basis van ernstig verwijtbaar handelen. [verweerder01] had op verzoek van een bevriende hypotheekadviseur een dossier geopend en gewijzigd, zonder dat hij de behandelaar van het dossier was. Hij betwistte dat zijn handelen aanleiding gaf tot ontbinding en vroeg om een transitievergoeding en een billijke vergoeding. De kantonrechter oordeelde dat [verweerder01] verwijtbaar had gehandeld, maar dat Quion niet ernstig verwijtbaar had gehandeld. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 juli 2023, met toekenning van een transitievergoeding van € 9.750,- aan [verweerder01]. De kantonrechter benadrukte dat [verweerder01] onvoldoende blijk had gegeven van reflectie op zijn handelen en dat zijn gedrag niet in lijn was met de integriteitseisen die in de financiële sector gelden. Beide partijen werden veroordeeld tot het dragen van hun eigen proceskosten.