ECLI:NL:RBROT:2023:8758
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering en terugvordering voorschot op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [plaats], een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) op 27 augustus 2022. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat ook het verstrekte voorschot van € 566,65 terugvorderde. Eiser ontving in de beoordelingsperiode inkomsten die hoger waren dan de voor hem geldende bijstandsnorm en beschikte over een vermogen dat de vrij te laten grens overschreed. De rechtbank heeft de beroepen van eiser op 25 augustus 2023 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet alle noodzakelijke informatie had verstrekt en dat hij beschikte over een saldo op een Turkse bankrekening van € 7.708,13, wat boven de vermogensgrens van € 6.505,- lag. Eiser voerde aan dat hij geen inkomsten meer had en dat de bedragen die hij ontving leningen waren, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat deze bedragen als leningen moesten worden beschouwd. De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening en dat de afwijzing van de aanvraag en de terugvordering van het voorschot terecht waren.
Daarnaast werd eiser een maatregel van 100% opgelegd gedurende één maand omdat hij door eigen toedoen zijn baan had verloren. Eiser had geen medische onderbouwing voor zijn gezondheidsklachten en de rechtbank oordeelde dat de opgelegde maatregel rechtmatig was. De beroepen van eiser werden ongegrond verklaard, en hij kreeg geen griffierecht of proceskostenvergoeding terug.