Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 september 2023 in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
De procedure
Het geschil
Op 15 november 2022 heeft zij verweerder bericht dat haar moeder vanaf 1 december 2022 bij haar komt inwonen omdat zij niet wil dat haar moeder naar een verpleeghuis gaat.
Eiseres heeft toegelicht dat haar moeder dementerend is, op een rolstoel aangewezen is en vanwege een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg de benodigde zorg aan huis krijgt. Ter zitting heeft eiseres nog toegelicht dat haar moeder ook niet in een verpleeghuis terecht kan, omdat zij veel drinkt. Haar moeder heeft een pensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW), aldus eiseres. Verweerder heeft in dit bericht aanleiding gezien de norm van eiseres aan te passen naar die van een alleenstaande kostendeler.
Het inkomen van eiseres (50% van de bijstandsnorm voor een alleenstaande) en van haar moeder (een volledig AOW-pensioen) is samen genomen voldoende om in de gezamenlijke kosten van het bestaan te voorzien, omdat zij daarmee beschikken over een inkomen dat ruim boven de bijstandsnorm voor een echtpaar ligt. Er is verder niet gebleken van bijkomende omstandigheden in de situatie van eiseres en haar moeder om een noodzaak tot afstemming te moeten aannemen.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.M. Lammerse, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 september 2023.
Informatie over hoger beroep
de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waaropdeze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.