11.3.Gelet op de wijze waarop de woning van verzoeker in beeld is gekomen (zie hiervoor onder 4: personen die verklaren dat zij harddrugs bij verzoeker hebben gekocht) en de ruime overschrijding van de handelshoeveelheid van de harddrugs in combinatie en in onderlinge samenhang bezien met de aangetroffen attributen (lege gripzakjes, weegschaal) en de berichten op de telefoon die lijken te duiden op de verkoop van drugs, is het naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat deze drugs slechts aanwezig waren voor eigen gebruik.
Ook is de voorzieningenrechter, anders dan verzoeker, van oordeel dat voor het sluiten van de woning niet is vereist dat de schuld van verzoeker wordt vastgesteld. De bestuurs-rechtelijke bevoegdheid tot herstel van een illegale situatie in de woning op grond van de Opiumwet staat namelijk los van een eventuele strafrechtelijke vervolging van de persoon van verzoeker.De burgemeester was daarom in beginsel bevoegd om de woning te sluiten.
Was er noodzaak om de woning te sluiten?
12. Als de burgemeester bevoegd is om een woning te sluiten, is de volgende vraag of er ook een noodzaak is om een woning te sluiten. Daarbij is van belang of de burgemeester met een minder ingrijpend middel dan een sluiting had kunnen en moeten volstaan omdat het beoogde doel ook daarmee had kunnen worden bereikt.Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding wordt beoordeeld of sluiting noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de vraag of er vanuit de woning werd gehandeld, maar ook om andere omstandigheden, zoals de ligging van een pand in een voor drugscriminaliteit kwetsbare wijk.
13. De burgemeester heeft de noodzaak tot sluiting van de woning aanwezig kunnen achten en hoefde niet met een minder ingrijpend middel, zoals een waarschuwing, te volstaan. De burgemeester heeft daarbij kunnen betrekken dat sprake is van een ruime handelshoeveelheid harddrugs, attributen (weegschaal, lege gripzakjes, meerdere mobiele telefoons, contant geld) die in de woning zijn aangetroffen die duiden op handel in drugs, berichten op een mobiele telefoon die duiden op drugshandel, waarnemingen van de politie die duiden op drugshandel, verklaringen van personen dat zij drugs bij verzoeker hebben gekocht en het feit dat verzoeker gelet op zijn vele recente registraties bekend staat als drugsdealer. De burgemeester heeft gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, aannemelijk mogen achten dat de drugs deels of geheel bestemd waren voor verkoop, aflevering of verstrekking. De burgemeester mag dan aannemen dat de woning een rol speelt binnen de keten van drugshandel. Dat levert op zichzelf al een belang op bij sluiting, ook als er geen overlast of feitelijke drugshandel is geconstateerd.
Verder bestaat in het tijdsverloop tussen de vondst van de drugs en datum van sluiting geen aanleiding voor het oordeel dat de noodzaak voor sluiting ontbrak, zoals verzoeker heeft aangevoerd. De doorzoeking van de woning was op 12 september 2024 en het besluit tot sluiting dateert van 21 oktober 2024. Dat is geen onredelijk lange periode.
Is de sluiting van de woning evenwichtig?
14. Als de burgemeester zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de sluiting van de woning noodzakelijk is, komt de vraag aan de orde of de sluiting ook evenwichtig is.
Er moet evenwicht zijn tussen de bescherming van het algemeen belang, in dit geval de bescherming of het herstel van de openbare orde en de woon- en leefomgeving, en de te respecteren grondrechten van verzoeker. Of de sluiting evenwichtig is, hangt af van verschillende omstandigheden. De duur van de sluiting moet evenwichtig zijn, ook als de burgemeester daarin zijn eigen beleid heeft gevolgd. Of de sluiting evenwichtig is, hangt ook af van de (mate van) verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, of er een bijzondere binding met de woning is en de mogelijkheid om weer van de woning gebruik te kunnen maken. De gevolgen van de sluiting worden afgewogen tegen de omstandigheden die maken dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
15. Verzoeker voert aan dat hij schizofreniepatiënt is en wordt behandeld door Fivoor. Hij krijgt ook medicatie voor zijn schizofrenie. Verzoeker acht van belang dat de rechtbank zijn voorlopige hechtenis heeft geschorst onder strenge voorwaarden, zodat verzoeker behandeld en geholpen kan worden voor zijn middelengebruik in combinatie met zijn schizofrenie en ter voorkoming van verlies van inkomen, ter behoud van financiële stabiliteit via zijn beschermingsbewind en ter behoud van stabiliteit via zijn woning. Verzoeker zal als gevolg van de sluiting op straat komen te staan. De verhuurder [derde-partij] heeft aangekondigd de huurovereenkomst te zullen ontbinden. Ook kan verzoeker gedurende een periode van vijf jaar in dat geval niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Verzoeker zou dan dakloos worden en zijn inkomen verliezen. Ook zal verzoeker dan ernstig worden bemoeilijkt in zijn behandeling vanwege zijn middelengebruik, gokproblematiek en schizofrenieproblematiek. Het beschermingsbewind zal geen doorgang kunnen vinden, waardoor de huidige stabiele financiële situatie ook ernstig onder druk zal komen te staan.
16. Inherent aan een sluiting van een woning is dat een bewoner de woning moet verlaten. Dit is op zichzelf dan ook geen bijzondere omstandigheid. Verzoeker stelt dat er in dit geval bijzondere omstandigheden zijn vanwege persoonlijke problematiek die maken dat de burgemeester van sluiting had moeten afzien. Dat verzoeker in een andere woning de behandeling vanwege zijn schizofrenieproblematiek, middelengebruik en gokproblematiek niet zou kunnen volgen, blijkt niet. Van een speciale binding van verzoeker met zijn woning op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat hij de woning niet zou kunnen verlaten, is de voorzieningenrechter dan ook niet gebleken. De hem opgelegde voorwaarden bij de schorsing van de voorlopige hechtenis maken dit oordeel niet anders. Voorts maakt de mate van verwijtbaarheid van verzoeker dat de mogelijke gevolgen van de sluiting (buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst en een eventuele plaatsing op de zwarte lijst), ook in het geval verzoeker niet onaanvaardbaar zijn. Verzoeker heeft er immers zelf voor gekozen om een ruime handelshoeveelheid cocaïne in zijn huis te bewaren.
17. Onder deze omstandigheden heeft de burgemeester meer gewicht kunnen en mogen toekennen aan het belang van het herstel van de openbare orde en een veilig woon- en leefklimaat in de omgeving dan aan de belangen van verzoeker.
18. Dit alles brengt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de burgemeester in redelijkheid gebruik kon maken van zijn bevoegdheid om de woning te sluiten.
De verwachting is dan ook dat het besluit in bezwaar in stand kan blijven, zodat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening.