Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Machinefabriek Rotterdam B.V.,
1.De procedure
- het verzoekschrift (ontvangen op 18 maart 2024), met bijlagen 1 tot en met 10;
- het verweerschrift, met bijlagen 1 tot en met 7;
- de pleitnota van [verzoeker].
2.De beoordeling
In haar brief van 5 september 2023 heeft Ergo de aansprakelijkheid vrij resoluut afgewezen en meegedeeld (kort gezegd) dat volgens haar sprake is van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Ergo heeft geen (althans zeer weinig) ruimte gelaten voor (de gemachtigde van) [verzoeker] om verder in onderhandeling te treden over de kwestie en eventueel een buitengerechtelijke oplossing te bereiken. Zo heeft Ergo niet gevraagd wat de schade van [verzoeker] op dat moment precies was en of in dat verband een regeling kan worden getroffen. [verzoeker] heeft onbetwist gesteld dat de gemachtigde van Machinefabriek Rotterdam, ondanks aandringen van de gemachtigde van [verzoeker], niet (inhoudelijk) heeft gereageerd op zijn brief van 19 oktober 2023. Onder die omstandigheden kan naar het oordeel van de kantonrechter niet worden gezegd dat het feit dat er nog geen onderhandelingen hebben plaatsgevonden aan [verzoeker] te wijten is. Een en ander is aanleiding voor de conclusie dat het onderhavige verzoek wel degelijk voldoet aan de daarvoor geldende eisen (artikel 1019x lid 3 aanhef en sub c Rv).
13 augustus 2022 droog was; het regende niet en het had de dag daarvoor ook niet geregend. Bovendien lag het schip stil in de werf. Van deining was dus geen sprake.