In deze zaak, die op 19 september 2024 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Laurens en een ex-werknemer, die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.H. de Joode, heeft een locatie- en contactverbod gevraagd voor de gedaagde, die in het verleden bij Laurens in dienst was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van spoed, waardoor de eis in kort geding kan worden toegewezen. De rechter heeft een verbod opgelegd aan de gedaagde om zich binnen een straal van 100 meter van verschillende locaties van Laurens te bevinden en om contact op te nemen met huidige of voormalige medewerkers van Laurens sinds 1 april 2020. Dit alles onder dreiging van een dwangsom voor iedere overtreding.
Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 944,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De rechter heeft al het andere afgewezen, waarmee de beslissing van de kantonrechter definitief is voor deze zaak.