Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 september 2025 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [plaats] , eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam
[belanghebbende]uit [plaats] (belanghebbende).
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Het aansluitend afgewerkt terrein
9.5. De rechtbank constateert het navolgende.
Uit onderzoek is gebleken dat de hoogte van de originele tuingrond tussen de 55 en 60cm onder het niveau van de keukenvloer was gepland. Deze maat komt uit een doornsnede van de bouwtekening zoals deze in ons archief te vinden is. Het is onduidelijk of de grondhoogte van het achtererfgebied ook dezelfde hoogte moest hebben op de hoekgebouwen daarnaast doet een oude fundering in de tuin van het hoekpand vermoeden dat dit niet het geval was. Tevens kan er vanuit worden gegaan dat de gebouwen en dus ook de hoogte van de keukenvloer in alle jaren dat dit gebouw hier staat is veranderd. Het bepalen van een definitief 0 punt is dan ook in dit geval niet te doen. Om toch ergens vanaf te meten hebben we de hoogte van de fundering aangehouden welke 5 tot 8 cm onder de top van de tegels ligt.”
Bepalen 0 puntDeze is op basis van de tekeningen niet met volledige zekerheid vast te stellen omdat de doorsnede van de woning zoals op tekening zijn aangegeven niet de hoekwoning betreft waar de melding op is gemaakt.”
Na meting is gebleken dat het terrein achter het hoekpand op [adres 1] , tussen de 55 en 60cm hoger is dan de tuin van [adres 2] . Uit onderzoek blijkt dat in de achtertuin op de hoek van [adres 1] vanaf circa 1992 een bouwwerk heeft gestaan waarvoor een hoger gelegen fundering is aangelegd. De bouwvergunning voor dit bouwwerk dateert uit 1992. Het betreffende vergunde bouwwerk is inmiddels afgebroken maar de fundering is blijven liggen. De bewoner van de [adres 1] heeft de tuin dan ook niet zelf opgehoogd en de tuin kan door de nog aanwezige legaal aangelegde fundering niet verlaagd worden, noch is er een verplichting daartoe.”
Bepalen 0 punt:Het meetpunt is bepaald door de laatst vergunde situatie in 1992 onder [dossiernummer] . Er bevind zich een oude fundering vrij direct onder de tegels in de tuin (zie foto 003). Deze is bedekt met een laagje zand van 1 tot 2 cm waarop een tegel (aansluitend afgewerkt terrein) is geplaatst. De bovenzijde van de tegel nemen wij met onderbouwing van de laatst vergunde situatie als het 0 punt om metingen te verrichten.”9.6. De rechtbank stelt aan de hand van het bovenstaande vast dat in deze twee versies verschillende uitgangspunten worden gehanteerd om tot een meting te komen. In versie 1 wordt uitgegaan van “de hoogte van de fundering welke 5 tot 8 cm onder de top van de tegels ligt”, waarbij overigens niet duidelijk is op welke fundering men doelt en om welke tegels het gaat. In versie 2 wordt uitgegaan van een fundering van een vergund bouwwerk uit 1992 op [adres 1] . Deze versie 2 was volgens het college bedoeld als correctie op versie 1 omdat de inspecteur toen niet op de hoogte was van dit bouwwerk. Eisers hebben daarover echter terecht aangevoerd dat dit vergunde bouwwerk nooit is gerealiseerd, zoals het college heeft bevestigd in zijn stuk van 20 januari 2025.
9.7. Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op deze gang van zaken, en gelet op de gesignaleerde onduidelijkheden en onjuistheden geen conclusie worden getrokken uit deze rapporten ten aanzien van het aansluitend afgewerkt terrein en de daarop te baseren metingen. Door deze rapporten aan het bestreden besluit ten grondslag te leggen, heeft het college er naar het oordeel van de rechtbank blijk van gegeven onzorgvuldig onderzoek te hebben gedaan. [6] Dit geldt temeer gelet op wat eisers hebben aangevoerd en onderbouwd.
De rechtbank stelt in dit kader aan de hand van de foto’s onder meer vast dat de pergolapalen ongeveer twee meter uit elkaar staan, dat ze duidelijk zichtbaar zijn en dat ze het aangezicht van de erfafscheiding in belangrijke mate bepalen. [8] Uit de foto’s volgt verder dat de houten, horizontale palen van de pergola zijn bevestigd aan de houten palen van de erfafscheidingsmuur van eisers en dat de houten palen van de pergola dezelfde kleur hebben als de houten palen van de erfafscheidingsmuur van eisers. De pergola is daarnaast gemaakt van hetzelfde materiaal als de palen (hout). Hierdoor lijkt het alsof dit de palen van de pergola zijn en dat deze over de erfafscheiding heen staan. Op de foto’s is ook te zien dat er een dwarse balk aan de onderkant van de horizontale palen van de pergola tegen de erfafscheiding aan is geplaatst.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Besluit omgevingsrecht (BOR)
Bijlage II BOR
- a. afstanden loodrecht,
- b. hoogten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven, en
- c. maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.