Beoordeling door de voorzieningenrechter
3. Verzoeker woont in de woning aan [adres] te [plaats] (de woning). Hij huurt de woning van Hef Wonen. Uit de bestuurlijke rapportage van 29 juli 2025 komt het volgende naar voren. Op 4 juli 2025 werd door politiepersoneel een verdachte situatie waargenomen aan de [straat] . Door diverse personen werden goederen vanuit een personenauto een portiek aan de [straat] binnen gebracht. Even later kwamen deze personen het portiek weer uit en vertrokken zij met een andere personenauto. Door de beschikbare informatie ten aanzien van de diverse personen alsmede de betrokken personenauto’s, ontstond het vermoeden dat er in het desbetreffende portiek een overtreding van de Opiumwet plaatsvond. Eén van de betrokken personen bleek de neef van verzoeker te zijn, [naam] ( [naam] ).
4. Op 15 juli 2025 werd door politiepersoneel post gevat bij het portiek. In de middag kwam een personenauto aanrijden die werd bestuurd door [naam] . De politie nam waar dat [naam] met een ogenschijnlijk lege tas het portiek binnen liep en enkele minuten later weer naar buiten kwam met dezelfde tas, die op dat moment ogenschijnlijk gevuld was (met een onbekende inhoud). [naam] liep vervolgens richting een personenauto met Belgisch kenteken en met drie inzittenden. [naam] droeg de tas over aan de inzittenden en liep weer terug naar de [straat] . Door het politiepersoneel werd waargenomen dat één van de inzittenden enige tijd via het achterportier handelingen verrichtte ter hoogte van de bijrijdersstoel. Bij de daaropvolgende doorzoeking van de auto bleken in een verborgen ruimte twintig blokken vermoedelijk verdovende middelen te zijn verstopt.
5. Hierop volgend werd de woning van verzoeker betreden en doorzocht. In de woning werden de volgende goederen gevonden.
- In een slaapkamer werd in een nachtkastje € 7.020,- contant geld aangetroffen. Het geld was verstopt in diverse boeken.
- Een tweede slaapkamer bleek ingericht als zogenaamde versnijdingsruimte. In deze slaapkamer stonden een langwerpige tafel met diverse teilen en zeven, verpakkingsmaterialen en een grammenweegschaal. Alles was zwaar vervuild met bruinkleurig poeder.
- In dezelfde slaapkamer werd een zak met wit poeder aangetroffen. Deze stond op de bovenste plank van een kast met een aanzienlijke hoeveelheid rollen tape, latex handschoenen en overige verpakkingsmaterialen. In de onderste lade van deze kast lag een zak met verdovende middelen in een rode tas.
- In een ander deel van deze kast stonden vier grote zakken met een bruine substantie en twee kleinere zakjes bruine substantie (verdovende middelen).
- Bovenop deze kast werden in een witte plastic bak twee kleine zakjes met bruine substantie (verdovende middelen) gevonden in een zwaar vervulde pan.
- In een tweede kledingkast werd een tas met bruine brokken (verdovende middelen) aangetroffen.
- Naast deze kast werd een drugspers aangetroffen. Onderdelen van deze drugspers lagen op de vloer onder de tafel.
- In de woonkamer werd een doos met twee grote zakken aangetroffen met verdovende middelen/versnijdingsmiddel.
- In de keuken op het aanrecht werden restjes van verdovende middelen aangetroffen.
6. Uit onderzoek van de afdeling Forensische Opsporing bleek dat het ging om de volgende goederen. De twintig blokken uit de personenauto bleken heroïne te zijn, in totaal ging het om 9.942 gram. In de woning werden in totaal 27.030 gram heroïne, 630,1 gram fenacetine en 738,6 gram paracetamol aangetroffen. Fenacetine en paracetamol zijn ambtshalve bekende versnijdingsmiddelen.
Waar gaat het in deze zaak om?
7. De burgemeester heeft op grond van de bestuurlijke rapportage het bestreden besluit genomen en besloten de woning te sluiten voor de duur van drie maanden. Verzoeker is het daar niet mee eens. Hij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat de woning open blijft totdat is beslist op zijn bezwaarschrift.
8. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te beoordelen of sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verzoeker voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een spoedeisend belang. Als er geen voorlopige voorziening wordt getroffen, heeft verzoeker gedurende drie maanden geen toegang tot zijn woning.
9. Op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen harddrugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn
.De burgemeester voert beleid om de handel in drugs in Rotterdam tegen te gaan. Dit beleid staat in de Beleidslijn bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Rotterdam 2022. In dit beleid staat in welke gevallen de burgemeester in principe overgaat tot sluiting van een woning. Uit de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) volgt wat het toetsingskader voor de rechter is in geval van uitoefening van een discretionaire handhavingsbevoegdheid op basis van een beleidsregel, om te beoordelen of de burgemeester binnen de grenzen van zijn beoordelings- en beleidsvrijheid is gebleven.Het dient te gaan om een doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig handhavingsbesluit. Daarbij dient de burgemeester ten aanzien van de evenredigheid te bepalen of het besluit geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is.
10. Verzoeker betwist niet dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en ook niet dat de sluiting noodzakelijk is. De voorzieningenrechter ziet geen reden om hierover anders te oordelen.
11. Als de burgemeester zich redelijkerwijs op het standpunt heeft kunnen stellen dat sluiting van het pand noodzakelijk is, dient hij zich ervan te vergewissen dat de duur van de sluiting evenwichtig is, ook als de duur in overeenstemming is met de duur die volgt uit een beleidsregel. Bij de beoordeling van de evenwichtigheid zijn verschillende omstandigheden van belang, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, een bijzondere binding met het pand en de mogelijkheid om weer van het pand gebruik te kunnen maken. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
12. Verzoeker voert aan dat de sluiting niet evenwichtig is. Volgens verzoeker ontbreekt de verwijtbaarheid. Hij heeft zijn broertje de sleutel van zijn woning gegeven, die daarna de sleutel in de laatste twee dagen van verzoekers afwezigheid aan [naam] heeft gegeven. Verzoeker was in de periode van 1 juli 2025 tot 15 juli 2025 niet thuis en had daarom geen wetenschap van wat er in zijn woning gebeurde. Verder stelt verzoeker dat de gevolgen van de sluiting verstrekkend zijn. Hef Wonen heeft kenbaar gemaakt dat zij een gerechtelijke procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst zal starten als de burgemeester de woning sluit. Het gevolg van de sluiting is dus dat het huurcontract zal worden ontbonden. Verder wordt verzoeker ook opgenomen op de zogenaamde zwarte lijst waardoor hij voor een periode van vijf jaar niet in aanmerking komt voor een sociale huurwoning in de regio Rotterdam Rijnmond. Verzoeker stelt ook dat hij een bijzondere binding met de woning heeft door medische redenen. Verzoeker is jarenlang onder behandeling geweest van Antes. Vanwege deze behandeling en de begeleiding is verzoeker in staat gebleken zelfstandig te wonen, hij voelt zich veilig en vertrouwd in de woning. Zonder woning vreest verzoeker dat zijn geestelijke klachten zullen terugkeren. De burgemeester heeft geen navraag gedaan over alternatieve woonruimte terwijl de burgemeester dit in het kader van de evenwichtigheid wel behoort te doen.Ook zal verzoeker van zijn hond worden gescheiden. Hij heeft niemand die op de hond kan passen. Tot slot voert verzoeker aan dat de sluiting gevolgen heeft voor de omgangsregeling met zijn kinderen. Verzoeker vermoedt dat de omgangsregeling zal komen te vervallen als hij zonder woning komt te zitten.
13. De voorzieningenrechter vindt de gevolgen van de sluiting in dit geval niet onevenwichtig. De burgemeester heeft meer gewicht mogen toekennen aan het herstel van de openbare orde en een veilig woon- en leefklimaat in de omgeving dan aan het belang van verzoeker. Inherent aan een sluiting van een woning is dat de bewoner de woning moet verlaten. Dit is op zichzelf dan ook geen bijzondere omstandigheid. Hef Wonen heeft in dit geval aangekondigd om een civiele ontbindingsprocedure op te starten als verzoeker de huurovereenkomst niet opzegt. Dit kan er toe leiden dat verzoeker ook na de sluiting van de woning voor drie maanden niet meer terug kan naar zijn woning. Ook zal dit waarschijnlijk tot gevolg hebben dat verzoeker op de zwarte lijst beland. Deze omstandigheden kunnen worden meegewogen bij de evenwichtigheid.Dit hoeft zich echter niet zonder meer tegen sluiting te verzetten, bijvoorbeeld niet als de betrokkene een verwijt van de overtreding kan worden gemaaktof gezien de ernst van de overtreding.
14. De voorzieningenrechter volgt verzoeker niet in zijn stelling dat hij niet verwijtbaar moet worden geacht. Verzoeker is als huurder verantwoordelijk voor wat er in zijn woning gebeurt en daarmee voor de ontstane situatie. De voorzieningenrechter vindt niet aannemelijk dat hij in het geheel niet op de hoogte was van wat er in de woning plaatsvond. Ter zitting heeft verzoeker verklaard dat hij de sleutel van zijn woning aan zijn broertje had gegeven en dat die hem tijdens de laatste twee dagen van zijn afwezigheid aan [naam] heeft gegeven. Verzoeker heeft ter zitting toegelicht dat hij gedurende zijn afwezigheid aan het ‘touren’ was met zijn auto door Noord-Holland en dat hij een keer in Noord-Holland heeft gepind om te tanken. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat [naam] al op 4 juli 2025 spullen in de woning bracht en gezien de mate van vervuiling van de aangetroffen voorwerpen in de woning die blijkt uit de foto’s genomen na de inval, acht de voorzieningenrechter het niet aannemelijk dat de vervuiling in zo’n korte tijd zo ernstig is opgebouwd. Verzoeker is verantwoordelijk voor zijn eigen woning, ook als hij niet aanwezig is en de sleutel heeft weggegeven. Van de (hoofd)bewoner wordt verlangd dat hij toezicht uitoefent op wat er in de woning gebeurt. Verzoeker valt dan ook een verwijt te maken voor de ontstane situatie.
15. Verzoeker heeft in zijn zienswijze aangegeven dat hij eventueel bij zijn moeder kan verblijven, maar dat die situatie onwenselijk is gezien haar medische klachten. Verzoeker heeft ter zitting niet willen uitweiden over die klachten. De burgemeester heeft gewezen op Vraagwijzer waar verzoeker zich eventueel kan melden indien het voor hem niet mogelijk is om vervangende woonruimte te vinden.
16. Het betoog van verzoeker dat hij een bijzondere medische binding heeft met de woning volgt de voorzieningenrechter niet. Uit de medische stukken die verzoeker heeft overgelegd, blijkt niet dat hij aan de woning is gebonden. Ook blijkt niet uit de medische stukken dat de klachten van verzoeker ernstiger worden wanneer hij niet in de woning kan wonen. De voorzieningenrechter begrijpt dat de hond van verzoeker belangrijk voor hem is, maar is van oordeel dat het de verantwoordelijkheid van verzoeker is dat de hond opvang krijgt gedurende de sluiting. Ook in het geval dit zou betekenen dat verzoeker en zijn hond (tijdelijk) van elkaar zijn gescheiden. Dit vormt op zichzelf geen bijzondere omstandigheid.De omgangsregeling met betrekking tot de kinderen maakt het voorgaande ook niet anders. Uit de omgangsregeling blijkt dat de kinderen hun hoofdverblijf hebben bij de moeder. De kinderen worden dus niet dakloos. Het is voor verzoeker ook nog mogelijk om de omgang ergens anders te laten plaatsvinden. Uit de omgangsregeling blijkt niet dat deze vervalt indien verzoeker zijn woning kwijtraakt. Verzoeker heeft ter zitting bevestigd dat het vanwege zijn psychische klachten vaker gebeurde dat de kinderen in het weekend bij de moeder verbleven. Niet valt in te zien waarom dit niet mogelijk zou zijn tijdens de woningsluiting.
17. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt duidelijk dat de woning gebruikt werd om vanuit die woning te dealen in harddrugs. Er is sprake van een zeer ernstige overtreding. In de woning, gelegen in een veiligheidsrisicogebied, is een hoeveelheid van 54.060 keer de handelshoeveelheid harddrugs gevonden. In de auto werd een hoeveelheid van 19.884 keer de handelshoeveelheid harddrugs gevonden. Het gaat hier evident niet om een lichte overschrijding van de grens voor een toegestane handelshoeveelheid. De burgemeester heeft de sluiting evenwichtig mogen achten.