In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van [plaatsnaam], een verzoek ingediend bij de Dienst Toeslagen voor aanvullende compensatie voor de werkelijke schade. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder, de Dienst Toeslagen, niet tijdig een besluit heeft genomen. Op 18 maart 2025 heeft verweerder een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zeven weken na de uitspraak een besluit over de aanvullende compensatie bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 53,- en de proceskosten zijn vastgesteld op € 453,50. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat de zaak zich leent voor een schriftelijke afhandeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 22 april 2025.