3.1.De rechtbank zal eerst ingaan op het beroep niet-tijdig beslissen. Daarna komt de rechtbank toe aan de inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit, waarbij eerst zal worden ingegaan op de door de Minister (deels) verstrekte documenten. In dat kader zal de rechtbank beoordelen of de Minister terecht heeft geweigerd (delen van) documenten te openbaren. Vervolgens zal de rechtbank ingaan op het betoog van eiser dat er meer informatie zou moeten zijn die openbaar gemaakt had moeten worden.
Ten aanzien van het beroep niet-tijdig beslissen
4. De Minister heeft, nadat eiser het beroep niet tijdig beslissen op 15 maart 2023 heeft ingesteld, alsnog op 11 juli 2023 op het bezwaarschrift beslist met het bestreden besluit. Dit betekent dat het procesbelang van eiser bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is komen te ontvallen. Voor zover eiser stelt dat het bestreden besluit niet volledig tegemoetkomt aan zijn verzoek en dat de Minister slechts een deelbesluit op zijn verzoek heeft genomen, geldt dat de volledigheid van de beslissing aan de orde komt bij het inhoudelijke beroep tegen het bestreden besluit. Het beroep van eiser is niet-ontvankelijk voor zover het ziet op het beroep niet tijdig beslissen.
Inhoudelijke beoordeling bestreden besluit
5. Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo; Staatsblad 2021, 499), zoals gewijzigd bij de Wijzigingswet Woo (Staatsblad 2021, 500) in werking getreden. Artikel 10.1 van de Woo bepaalt dat de Wob wordt ingetrokken. Omdat niet is voorzien in overgangsrecht en verweerder na 1 mei 2022 heeft beslist, is de Woo van toepassing op het verzoek van eiser.
Heeft verweerder volledig en voldoende duidelijk op het verzoek beslist?
6. Het betoog van eiser dat de Minister op onjuiste en onduidelijke wijze invulling heeft gegeven aan het verzoek en dat niet alle onderdelen van het verzoek zijn behandeld, slaagt niet. Bij het primaire besluit heeft de Minister een lijst gevoegd met documenten die naar aanleiding van het verzoek van eiser zijn aangetroffen en die (ten dele) openbaar zijn gemaakt. De Minister heeft toegelicht welke onderdelen van het verzoek van eiser wel konden worden ingewilligd, bij welke onderdelen de gevraagde informatie al openbaar was en welke onderdelen niet konden worden ingewilligd, met daarbij een motivering. Vervolgens is in het bestreden besluit toegelicht welke documenten behoren bij welk onderdeel van het verzoek. Gelet hierop heeft verweerder voldoende inzichtelijk op het verzoek van eiser gereageerd. Daarbij overweegt de rechtbank dat uit de besluitvorming blijkt dat de Minister bedoeld heeft op het gehele verzoek van eiser te beslissen en dat er geen sprake is van een deelbesluit. Dat eiser van mening is dat er meer documenten moeten zijn, betekent niet dat de Minister een onvolledig besluit heeft genomen en thans nog in gebreke is een deelbesluit te nemen. De vraag of openbaarmaking van bepaalde documenten achterwege kon blijven, of dat aannemelijk is dat er niet meer documenten zijn, zal de rechtbank daarom hieronder in het kader van het beroep tegen het bestreden besluit beoordelen.
Heeft verweerder kunnen weigeren (delen van) documenten openbaar te maken?
7. De Minister heeft op bepaalde gegevens uit de bij het primaire besluit verstrekte documenten 1 tot en met 3, 5 tot en met 7, 9 tot en met 13, 15, 23 en 28 tot en met 33 de uitzonderingsgrond ter bescherming van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer uit artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo toegepast. Daarnaast heeft de Minister onder verwijzing naar deze uitzonderingsgrond geweigerd personeelsdossiers van (ex-)werknemers openbaar te maken.
Gelakte documenten