ECLI:NL:RBROT:2025:7831
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen beslistermijn en dwangsom in bestuursrechtelijke procedure over hersteloperatie toeslagen
Op 4 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een opposante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De opposante had drie beroepen ingediend die gegrond waren verklaard, maar was het niet eens met de nadere beslistermijn en de opgelegde dwangsom van € 50 per dag bij niet tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen. De rechtbank oordeelde dat het verzet ongegrond was, omdat de rechtbank geen rekening kon houden met ontwikkelingen na de eerdere uitspraak, zoals een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank benadrukte dat zij zonder zitting kon oordelen, omdat het eindoordeel buiten redelijke twijfel stond. De hoogte van de dwangsom en de beslistermijn waren in overeenstemming met eerdere uitspraken en de rechtbank motiveerde voldoende waarom deze bedragen zijn vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat het verzetschrift in feite een verkapt hoger beroepschrift was, wat niet de bedoeling van de verzetprocedure is. De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.