ECLI:NL:RBROT:2025:8656
Rechtbank Rotterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering en terugvordering van teveel ontvangen bijstand op basis van onjuiste inlichtingen
Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. R. Haze, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorne aan Zee, vertegenwoordigd door A. Voogt. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van de eiser op grond van de Participatiewet (Pw) per 1 maart 2022, evenals de terugvordering van een bedrag van € 11.714,28 aan teveel betaalde bijstand over de periode van 1 maart 2022 tot en met 29 november 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt, wat heeft geleid tot de intrekking van de uitkering en de terugvordering van de teveel ontvangen bijstand.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarbij het college terecht heeft geconcludeerd dat de eiser zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat hij een eigen onderneming was gestart. Ondanks meerdere verzoeken om informatie heeft de eiser niet tijdig gereageerd en geen bewijs geleverd van zijn inkomsten. De rechtbank oordeelde dat het college op basis van de verstrekte informatie de bijstandsuitkering terecht heeft ingetrokken en het bedrag aan bijstand volledig heeft teruggevorderd. De eiser heeft geen bewijs geleverd dat hij recht had op bijstand indien hij zijn verplichtingen was nagekomen.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De rechtbank heeft geen griffierecht of proceskostenvergoeding aan de eiser toegekend, aangezien het beroep ongegrond is verklaard.