In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 juni 2025 een eindbeschikking gedaan in een loonvorderingsprocedure. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. G.A.H. Wiekamp, heeft een verzoek ingediend tegen verweerster, vertegenwoordigd door de heer [persoon A]. De procedure is gestart naar aanleiding van een geschil over de betaling van loon en de verstrekking van contactgegevens van getuigen door verweerster. Verweerster heeft geweigerd om de contactgegevens van haar medewerkers te verstrekken, omdat deze medewerkers vreesden voor intimidatie door verzoekster. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de weigering van verweerster niet gerechtvaardigd was, omdat er geen voldoende onderbouwing was voor de vrees voor intimidatie. De kantonrechter heeft de verzoeken van verzoekster toegewezen, waarbij verweerster is veroordeeld tot betaling van het loon van € 2.900,- netto per maand over de periode van 1 oktober 2024 tot 1 april 2025, vermeerderd met vakantietoeslag en wettelijke verhogingen. Daarnaast is verweerster veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.036,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat verzoekster direct recht heeft op de betaling, ook als verweerster in hoger beroep gaat.