ECLI:NL:RBZUT:2010:BM7427

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
11 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/950115-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • F. Feraaune
  • Kleinrensink
  • A. Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar mishandeling en ontvoering van een Poolse vrouw

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, is op 11 juni 2010 een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen drie Poolse mannen, die verdacht worden van mishandeling en ontvoering van een Poolse vrouw in Rietmolen, gemeente Berkelland. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen om de aangeefster als getuige te horen. Dit besluit volgt op het onderzoek dat heeft plaatsgevonden op de terechtzitting van 28 mei 2010, waar de verklaringen van de betrokkenen zijn besproken. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, waarbij zij de verklaringen van de aangeefster en getuige A als ondersteunend heeft beschouwd. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, stellende dat de verklaringen van de aangeefster niet geloofwaardig zijn en dat er geen opzet was op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank heeft geconstateerd dat het onderzoek niet volledig is geweest en dat het noodzakelijk is om de aangeefster opnieuw te horen om de onduidelijkheden te verhelderen. De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en de zaak voor onbepaalde tijd te schorsen, met de oproeping van de verdachte en de aangeefster voor een nader te bepalen terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/950115-10
Uitspraak d.d.: 11 juni 2010
Tegenspraak / dip
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte A],
geboren te [adres] (Polen) op [1987],
wonende te [adres].
Raadsman: mr. P.P. Verdoorn, advocaat te Apeldoorn.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 mei 2010.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 06 februari 2010 te Rietmolen, gemeente Berkelland,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer A], opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet:
- die [slachtoffer A] onverhoeds (met kracht) op het achterhoofd heeft
geslagen/gestompt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] meermalen, althans eenmaal, met kracht in/op/tegen
het gezicht/ hoofd heeft geslagen/gestompt en/of
- die [slachtoffer A] (met kracht) aan het lichaam heeft getrokken, tengevolge
waarvan die [slachtoffer A] ten val is gekomen/gebracht en/of vervolgens die
[slachtoffer A] over de grond aan het lichaam heeft getrokken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 06 februari 2010 te Rietmolen, gemeente Berkelland,
opzettelijk mishandelend [slachtoffer A]:
- onverhoeds (met kracht) op het achterhoofd heeft geslagen/gestompt en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, met kracht in/op/tegen het
gezicht/hoofd heeft geslagen/gestompt en/of
- (met kracht) aan het lichaam heeft getrokken, tengevolge waarvan die
[slachtoffer A] ten val is gekomen/gebracht en/of (vervolgens) over de grond aan
het lichaam heeft getrokken,
waardoor voornoemde [slachtoffer A] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 06 februari 2010 te Rietmolen, gemeente Berkelland en/of
(elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer B] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of
beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of één of meer van zijn
mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk:
- in een woning (gelegen aan/nabij de [adres]) in aanwezigheid van die
[slachtoffer B], een persoon genaamd [slachtoffer A] mishandeld en/of
- (vervolgens) voor die [slachtoffer B] gaan staan en/of belet dat [slachtoffer B] haar weg
kon vervolgen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] vastgepakt en/of vastgepakt gehouden en/of daarbij
meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer B] gezegd:"Als je niet normaal
doet, dan moet je in de kofferbak mee" en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] in een personenauto gezet en/of doen zetten en/of
laten plaatsnemen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] in een personenauto vastgehouden en/of vast
blijven houden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] aan de be(e)n(en) en/of de schouder(s)
vastgehouden, althans belet dat die [slachtoffer B] die personenauto kon verlaten
en/of
- (vervolgens) het portier aan de zijde van die [slachtoffer B] dichtgedaan en/of
afgesloten, althans belet dat die [slachtoffer B] die personenauto kon verlaten
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] met kracht aan de be(e)n(en) in die personenauto
getrokken,
althans belet dat die [slachtoffer B] zich uit de macht/heerschappij van verdachte
en/of één of meer van zijn mededader(s) kon/zou onttrekken;
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 06 februari 2010 te Rietmolen, gemeente Berkelland en/of
(elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
[slachtoffer B], door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging
met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer B] en/of [slachtoffer A] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te
dulden, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn
mededader(s):
- in een woning (gelegen aan/nabij de [adres]) in aanwezigheid van die
[slachtoffer B], een persoon genaamd [slachtoffer A] mishandeld en/of
- belet dat [slachtoffer B] haar weg kon vervolgen en/of
- die [slachtoffer B] vastgepakt en/of vastgepakt gehouden en/of daarbij
meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer B] gezegd:"Als je niet normaal
doet, dan moet je in de kofferbak mee" en/of
- de bagage van die [slachtoffer B] te plaatsen in een personenauto en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] in een personenauto gezet en/of doen zetten en/of
laten plaatsnemen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] in een personenauto vastgehouden en/of vast
blijven houden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] aan de be(e)n(en) en/of de schouder(s)
vastgehouden, althans belet dat die [slachtoffer B] die personenauto kon verlaten
en/of
- (vervolgens) het portier aan de zijde van die [slachtoffer B] dichtgedaan en/of
afgesloten, althans belet dat die [slachtoffer B] die personenauto kon verlaten
en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer B] met kracht aan de be(e)n(en) in die personenauto
getrokken,
tengevolge waarvan die [slachtoffer B] werd gedwongen om in een personenauto met
verdachte en/of zijn mededader(s) mee te gaan en/of naar de verblijfplaats van
verdachte en/of zijn mededader(s) mee te gaan;
art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde. Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft zij overwogen dat de verklaring van aangeefster [slachtoffer B] wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige A], dit mede bezien in relatie tot het proces-verbaal van bevindingen, waarin verbalisant heeft gerelateerd dat hij heeft gesproken met [naam].
De officier van justitie komt op grond van de bewijsmiddelen tot de conclusie dat er sprake is geweest van ontvoering in Rietmolen en dat het verzet van aangeefster tijdens de rit naar Kerkdriel is gebroken.
Standpunt van de verdachte/verdediging
De raadsman heeft voor het onder 1 primair ten laste gelegde vrijspraak bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat zijn cliënt niet het opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Voor het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman integrale vrijspraak bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat zijn cliënt steeds heeft ontkend dat hij [slachtoffer B] tegen haar wil heeft meegenomen. Zijn verklaring en de verklaringen van de medeverdachten [verdachte B] en [verdachte C] zijn geloofwaardig, in tegenstelling tot de verklaringen van [slachtoffer B] en [getuige A]. [getuige A] heeft herhaaldelijk aantoonbaar gelogen, aldus de raadsman. Volgens hem heeft [slachtoffer B] haar verklaring na haar aangifte afgestemd op de verklaring van [getuige A]. Volgens de raadsman is het verder onvoorstelbaar dat, als [slachtoffer B] daadwerkelijk tegen haar zin en onder dreigementen zou zijn meegenomen, zij geen enkele poging heeft ondernomen om te ontsnappen.
Heropening onderzoek
Onder de beraadslaging is gebleken, dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest. De rechtbank overweegt in dit verband dat de raadsman van verdachte en de officier van justitie het kennelijk niet noodzakelijk hebben geacht om aangeefster nader te doen horen over de onduidelijkheden en de vragen die het proces-verbaal oproept.
De raadsman heeft betoogd dat de verklaringen van onder meer aangeefster niet geloofwaardig zijn. De officier van justitie heeft ter terechtzitting betoogd dat zij heeft overwogen om aangeefster door de rechter-commissaris te laten horen. Zij heeft hiervan afgezien omdat de raadsman geen verzoek heeft ingediend voor het nader horen van aangeefster. De officier van justitie acht de verklaringen van aangeefster echter wel geloofwaardig.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het in het belang van de waarheidsvinding noodzakelijk dat aangeefster ter terechtzitting van de rechtbank in persoon verschijnt teneinde als getuige te worden gehoord.
De rechtbank zal het onderzoek daarom heropenen en voor onbepaalde tijd schorsen.
Beslissing
De rechtbank:
• heropent het onderzoek en schorst het voor onbepaalde tijd;
• beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen terechtzitting met kennisgeving daarvan aan zijn raadsman;
• beveelt de oproeping van [slachtoffer B] als getuige op de nader te bepalen terechtzitting.
Aldus gewezen door mrs. Feraaune, voorzitter, Kleinrensink en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 juni 2010.