Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Aangifte bpm/Verzoek teruggaaf bpm Bij het huren of leasen van een motorrijtuig met een buitenlands kenteken’.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Daarom moet op de gestelde vragen worden geantwoord dat de artikelen 49 EG tot en met 55 EG aldus moeten worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling als die aan de orde in het hoofdgeding, krachtens welke een in een lidstaat woonachtige of gevestigde persoon die in deze lidstaat een in een andere lidstaat geregistreerd en gehuurd voertuig gebruikt, verplicht is om ter zake van de aanvang van het gebruik met dit voertuig van de weg van eerstbedoelde lidstaat de volledige belasting te betalen waarvan het restbedrag, dat wordt berekend aan de hand van de gebruiksduur van dit voertuig op dit wegennet, na einde van het gebruik zonder rente wordt terugbetaald.”
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar behoudens de beslissing tot vergoeding van kosten van de bezwaarfase;
- vernietigt de naheffingsaanslag BPM;
- vernietigt de teruggaafbeschikking;
- bepaalt dat belanghebbende geen BPM is verschuldigd en geen recht heeft op teruggaaf van BPM ter zake van de aanvang van het gebruik van de weg met de auto in 2011;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: