ECLI:NL:RBZWB:2016:3622
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van een boete door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wegens overtreding van de Arbowet na arbeidsongeval met caustic soda
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een bedrijf en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De minister had het bedrijf een boete van € 18.000 opgelegd wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) na een arbeidsongeval waarbij een werknemer brandwonden opliep door in een bak met heet spoelwater en caustic soda te stappen. Het bedrijf voerde aan dat de minister niet bevoegd was om de boete op te leggen vanwege een overschrijding van de beslistermijn, en dat de boete gematigd moest worden vanwege het ontbreken van verwijtbaarheid. De rechtbank oordeelde echter dat de minister bevoegd was om de boete op te leggen, ondanks de termijnoverschrijding, en dat het bedrijf niet voldoende had aangetoond dat het alle redelijke maatregelen had genomen om de overtreding te voorkomen. De rechtbank verwierp de beroepsgronden van het bedrijf en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers voor de veiligheid van hun werknemers en de noodzaak om adequate maatregelen te treffen ter voorkoming van ongevallen.