ECLI:NL:RBZWB:2021:4525
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Weigering en intrekking van Verklaring van Geen Bezwaar voor een vertrouwensfunctie bij Defensie
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam als instructeur bij het Commando Landstrijdkrachten, en de minister van Defensie. De minister had op 25 juli 2019 de Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) op niveau C geweigerd en de VGB op niveau B ingetrokken. De eiser had bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de minister verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De minister voerde aan dat het lidmaatschap van eiser bij de motorclub Veterans MC een risico op ongewenste beïnvloeding met zich meebracht, wat de reden was voor de weigering en intrekking van de VGB. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er onvoldoende waarborgen aanwezig waren dat eiser zijn vertrouwensfunctie naar behoren zou kunnen vervullen. De rechtbank heeft daarbij de belangen van de nationale veiligheid zwaarder laten wegen dan de persoonlijke belangen van eiser. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister bevoegd was om de VGB in te trekken en dat de belangenafweging niet kennelijk onredelijk was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.