In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, die op 30 juni 2020 hun bezwaar tegen de ambtshalve wijziging van de adresgegevens van hun dochter in de Basisregistratie Personen (BRP) niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft op 25 maart 2022 uitspraak gedaan. De eisers, eigenaren van een woning in [plaatsnaam], stelden dat zij belanghebbenden zijn bij het besluit tot wijziging van de adresgegevens van hun dochter, [naam dochter]. Ze voerden aan dat het college hen ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat zij door het besluit in hun fundamentele rechten worden geraakt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eisers geen belanghebbenden zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat alleen de persoon van wie de gegevens in de BRP zijn opgenomen, als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) in overweging genomen, maar geconcludeerd dat deze niet van toepassing is op de situatie van eisers. De rechtbank heeft ook het verzoek van eisers om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat de redelijke termijn niet was overschreden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.