Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
4 Indien ingevolge de bepalingen van het eerste lid van dit artikel een persoon niet zijnde een natuurlijke persoon inwoner is van beide Verdragsluitende Staten, stellen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten in onderling overleg vast van welke Verdragsluitende Staat die persoon geacht wordt inwoner te zijn voor de toepassing van dit Verdrag. Bij ontbreken van onderlinge overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten, wordt de persoon geacht van geen van de Verdragsluitende Staten inwoner te zijn ten behoeve van het aanspraak maken op de voordelen van het Verdrag, met uitzondering van die welke zijn voorzien in de artikelen 21, 24 en 25.”
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover deze ziet op de verzuimboete;
- vernietigt de verzuimboete;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: