ECLI:NL:RBZWB:2022:7826
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de buiten behandelingstelling van een aanvraag om bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buiten behandelingstelling van zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Participatiewet. Eiser had op 3 maart 2021 een bijstandsuitkering aangevraagd, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg heeft zijn aanvraag buiten behandeling gesteld omdat eiser niet alle gevraagde stukken had ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 17 november 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals mr. J. Jansen namens het college.
De rechtbank oordeelt dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen. Eiser had onvoldoende gegevens verstrekt om een goede beoordeling van zijn aanvraag mogelijk te maken. De rechtbank stelt vast dat eiser, ondanks zijn beroep op zijn persoonlijke omstandigheden, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij redelijkerwijs niet over de gevraagde gegevens kon beschikken. Het college had het recht om de aanvraag niet inhoudelijk te behandelen en de rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank bevestigt dat het bestreden besluit in stand blijft en dat eiser geen griffierecht terugkrijgt, noch recht heeft op een proceskostenvergoeding.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 december 2022 en bevat belangrijke wet- en regelgeving met betrekking tot de aanvraagprocedure voor bijstandsuitkeringen, waaronder bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht en de Participatiewet. De rechtbank benadrukt dat het aan de aanvrager is om de benodigde gegevens te verstrekken en dat het college niet verplicht is om een aanvraag inhoudelijk te behandelen bij ontbrekende gegevens.