Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
- primair, het door CCC Thuis in Zorg aan haar gegeven ontslag op staande voet te vernietigen en CCC Thuis in Zorg te veroordelen om het loon c.a. door te betalen en, op straffe van verbeurte van een dwangsom, salarisspecificaties over te leggen;
- subsidiair, CCC Thuis in Zorg te veroordelen tot betaling van diverse vergoedingen, alsmede van het loon voor gewerkte meer-uren en verlofuren en tot het over leggen van salarisspecificaties, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- meer subsidiair, in het geval de arbeidsovereenkomst door het ontslag op staande voet is geëindigd, CCC Thuis in Zorg te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding en van het loon voor gewerkte meer-uren en verlofuren, alsmede de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering, alsook om, op straffe van verbeurte van een dwangsom, salaris-specificaties over te leggen;
- en in alle gevallen CCC Thuis in Zorg te veroordelen tot betaling van wettelijke rente en van de kosten van de procedure.
4.Het verweer
5.De beoordeling
“(…) ik weet niet waar je mee bezig bent maar we weten beide dat je medisch gezien niets mankeert.”. [verzoekster] is nooit opgeroepen om door de bedrijfsarts te worden gezien. Eind oktober 2022 werd haar toegang tot digitale systemen van CCC Thuis in Zorg geblokkeerd en werd zij uit de groepsapp van het werk verwijderd. Van collega’s heeft zij vernomen dat in een teambespreking is gezegd dat zij ontslag op staande voet heeft gekregen en zij is vanaf november 2022 niet meer voor werk ingeroosterd. Na 19 september 2022 ontving zij van CCC Thuis in Zorg nog één betaling. De hoogte van het bedrag doet [verzoekster] vermoeden dat het om een eindafrekening gaat, hoewel zij geen loonstrook ontving. Op brieven die haar gemachtigde heeft verzonden heeft CCC Thuis in Zorg niet gereageerd.
6.De beslissing
€ 747,00