ECLI:NL:RBZWB:2023:2516
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 april 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [plaats], vastgesteld op € 230.000 per 1 januari 2019, wat leidde tot de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2020. Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde G. Gieben, betwistte deze waardevaststelling en stelde een lagere waarde van € 182.000 voor. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 3 maart 2023, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning op een juiste manier heeft vastgesteld, gebruikmakend van de vergelijkingsmethode. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende onderbouwing heeft geleverd voor de vastgestelde waarde, onder andere door vergelijkingen met recent verkochte woningen in de omgeving. Belanghebbende heeft zijn voorgestelde waarde niet met marktgegevens onderbouwd, wat de rechtbank tot de conclusie bracht dat de waarde en de aanslag niet te hoog zijn vastgesteld.
Daarnaast heeft belanghebbende aanspraak gemaakt op vergoeding van immateriële schade vanwege de overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van het geschil. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn met ongeveer 14 maanden is overschreden en heeft een schadevergoeding van in totaal € 150 toegewezen, verdeeld over de heffingsambtenaar en de Minister van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de WOZ-waarde en de aanslag gehandhaafd, met een gedetailleerde uiteenzetting van de proceskostenvergoeding en de vergoedingen voor immateriële schade.