Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- het deskundigenbericht van 16 december 2022;
- de aankondiging van de rechterswisseling van 3 april 2023 met het verzoek aan partijen om instemming en om kenbaar te maken of zij een nieuwe mondelinge behandeling wensen;
- de instemming van mr. Oliemans van 11 april 2023 zonder verzoek om een nieuwe mondelinge behandeling;
- het bericht van mr. De Regt, in afstemming met c.q. mede namens mr. Oliemans, van 12 april 2023, met de intrekking van de eerdere instemming van mr. Oliemans en met vragen over de aangekondigde rechterswisseling;
- de reactie van de plaatsvervangend teamvoorzitter van het team civiel recht van de rechtbank 19 april 2023;
- de berichten van mr. De Regt en mr. Oliemans van 9 mei 2023 waarin zij verzoeken vonnis te wijzen zonder dat een nieuwe mondelinge behandeling ten overstaan van de nieuwe rechter hoeft plaats te vinden.
2.De verdere beoordeling
mogelijkheiddat [gedaagde01] de handtekening heeft geplaatst. De conclusie van de deskundige, die de rechtbank tot de hare heeft gemaakt, is sterker. Daarom zal de rechtbank er bij de verdere beoordeling ook van uitgaan dat de handtekening daadwerkelijk door [gedaagde01] zelf is geplaatst.
Artikel 7” en daarboven de tekst van lid 2 en lid 3 van het zesde artikel dat begint op het eerste blad van de overeenkomst. Ondanks dat [gedaagde01] (in ieder geval) destijds de Nederlandse taal niet goed machtig was, moet hij hebben kunnen zien en begrijpen dat aan het ondertekende blad nog een blad voorafging. Aan zijn stelling dat de eerste pagina van de overeenkomst hem onbekend is, gaat de rechtbank dan ook eveneens voorbij.
Artikel 1 Omschrijving van de lening
inhoudvan de overeenkomst worden uitgegaan.
handelt onder de [naam01]”. Dit verweer kan echter niet tot niet-ontvankelijkheid leiden omdat ook met de toevoeging van deze handelsnaam blijft staan dat [eiser01] als natuurlijk persoon degene is die [gedaagde01] in rechte heeft betrokken.
€ 90,08). Op grond van artikel 706 Rv kunnen de kosten van beslag van de beslagene worden teruggevorderd en de rechtbank zal, nu verder ook geen verweer hiertegen is gevoerd, deze kosten als onderdeel van de proceskosten (als “
overige explootkosten”) toewijzen.